Nieuws

Begrotingsbehandeling SZW voor ondernemers

Begrotingsbehandeling SZW voor Ondernemers

De Tweede Kamer behandelde op 6 en 7 december 2016 de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Onder andere de Wet Werk en Zekerheid (WWZ), Loondoorbetaling bij ziekte, de zzp-discussie en het algemeen verbindend verklaren van cao’s is besproken. Donderdag 8 december, bij aanvang van de middagvergadering, stemde de Tweede Kamer over alle begrotingen en de daarbij ingediende amendementen. Hieronder een objectief verslag van hetgeen gezegd is over onderwerpen die voor ondernemers relevant zijn. Het standpunt van ONL vindt u cursief en in het rood.

Veel kritiek was er over de Wet werk en zekerheid (Wwz). Van ’t Wout (VVD) gaf aan dat de VVD na de verkiezingen veel breder wil kijken naar de arbeidsmarkt. Wat de VVD betreft “maakt de Wwz in zijn huidige vorm daar geen deel van uit”. Van Weyenberg (D66) constateerde eveneens dat de Wwz mislukt is en dat hij van deze wet af wil. Heerma (CDA) gaf aan dat het CDA bij de behandeling al kritisch was over onderdelen van de Wwz, maar dat het draagvlak voor deze wet in de polder de belangrijkste overweging was om de wet te steunen. De praktijk is dat minder mogelijkheden voor tijdelijke contracten ertoe leiden dat mensen met een tijdelijk contract sneller op straat staan, aldus ook Heerma. Schouten (CU) concludeerde dat de Wwz niet werkt zoals we zouden willen. Schouten gaf aan de ChristenUnie voorstelt om de ketenbepaling te verruimen door de duur van de contracten te verruimen en een extra tijdelijk contract mogelijk te maken.

Minister Asscher reageerde dat de Wwz geen toverstaf is, dat het tijd kost voordat de wet zou gaan werken en dat het te voorbarig is om te concluderen dat deze contraproductief is. “Ik ben nog niet tevreden, want ik zie dat nog veel werkgevers gebruik blijven maken van flexibele contracten. Ik denk dat dit te maken heeft met de risicoperceptie, zoals de heer Van ’t Wout gisteren beschreef”.

ONL is van mening dat minister Asscher hierbij de realiteit op de arbeidsmarkt miskent. Flexibele contracten zijn geen negatief fenomeen, maar vervullen een belangrijke rol op de arbeidsmarkt. Pieken en tijdelijke drukte kunnen ermee worden opgevangen en gespecialiseerd personeel kan tijdelijk worden aangetrokken. De Wet werk en zekerheid heeft het werkgeversrisico vergroot en ondernemers huiverig geworden om mensen in vaste dienst te nemen. ONL pleit dan ook voor aanpassing.

Loon door betaling bij ziekte is eveneens behandeld. Van ’t Wout (VVD) gaf aan dat het mkb door het volgende kabinet meer ontlast moet worden bij loondoorbetaling bij ziekte. Van Weyenberg (D66) vroeg zich af of Van ’t Wout niet heel teleurgesteld is nu er de afgelopen vier jaar niets bereikt is op dit onderwerp. Heerma (CDA) gaf aan het CDA vorig jaar een plan heeft ingediend om de loondoorbetalingsplicht voor bedrijven flink terug te brengen en een basisverzekering te introduceren. Dit plan ligt al bijna een jaar stil bij de SER, waar volgens Heerma de oplossing gevonden moet worden.

Minister Asscher geeft aan dat hij hoopt dit kalenderjaar nog met een uitwerking te komen van afspraken over vermindering van administratieve lasten voor bedrijven en over het wegnemen van de risico’s voor bedrijven bij re-integratie. Verder wordt gewacht op een advies van de SER over het stelsel van loondoorbetaling bij ziekte, verwacht wordt dat dit in het voorjaar van 2017 gereed zal zijn.

ONL vindt dat er moet worden doorgepakt ten aanzien van loon door betaling bij ziekte en het onderwerp niet naar de SER doorgeschoven moet worden. De risico’s die de loondoorbetalingsplicht met zich meebrengt liggen veel te eenzijdig op het bord van de werkgever. De Wet Verbetering Poortwachter is op meerdere punten unfair en onlogisch. Ondernemers nemen vanwege de kosten en risico’s minder medewerkers aan, waarmee deze maatregel als rem op de economie werkt. 

Tijdens het begrotingsdebat was het zzp-schap en de flexibele arbeidsmarkt ook aan de orde. Heerma (CDA) vroeg zich af of flexconstructies, die goedkoper kunnen werken, het bonafide ondernemers niet onmogelijk maken om hun werk netjes te doen. Van ’t Wout (VVD) gaf aan dat mensen naar andere vormen dan het traditionele vaste contract zoeken omdat daar te veel kosten en risico’s aan zitten. In reactie hierop vroeg Voortman (GroenLinks) zich af of het niet logischer zou zijn om werkgeverslasten voor vast werk goedkoper en voor flexwerk duurder te maken. Van Weyenberg (D66) vroeg zich af waarom de minister de motie die ertoe oproept zzp’ers makkelijker toegang te geven tot de vrijwillige basisverzekering bij het UWV weigert uit te voeren.

Minister Asscher gaf aan dat hij de kostenverschillen tussen werknemers en zelfstandigen als belemmering voor het in dienst nemen van werknemers ziet, wat betekent dat je wat aan de kostenverschillen moet doen. Asscher legde hier de bal bij de sociale partners neer, die samen met politieke partijen naar een oplossing moeten zoeken.

ONL pleit voor een eigen rechtspositie en aparte fiscale grondslag voor zelfstandig professionals. Werkenden moeten zelf kunnen kiezen welke arbeidsverhouding ze willen. De wetgever moet hier zijn verantwoordelijkheid nemen en het arbeidsrecht in lijn brengen met de realiteit op de arbeidsmarkt.

Een ander interessant onderwerp dat aandacht kreeg is het algemeen verbindend verklaren (avv) van cao’s. Van ’t Wout (VVD) gaf aan hier een principieel bezwaar tegen te hebben omdat je gaat vallen onder regelingen waar je helemaal niets over te zeggen hebt. In de praktijk knelt dit ook omdat het verschil tussen bedrijven miskent wordt. Heerma (CDA) reageerde dat het afschaffen van het avv’en van cao’s tot oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt leidt. Kerstens (PvdA) is van mening dat afbreuk aan cao’s en het een kopje kleiner maken van vakbonden zal leiden tot het Wilde Westen.

Uit onderzoek van ONL blijkt dat er zeer weinig draagvlak is bij ondernemers voor het algemeen verbindend verklaren van cao’s. Dit omdat cao’s in de praktijk te veel geënt zijn op de grotere ondernemingen, er onvoldoende rekening gehouden wordt met specifieke omstandigheden en de mogelijkheid tot maatwerk belemmerd wordt. ONL pleit hier voor de invoering van een maatwerk-cao. Cao’s fungeren als een raamwerk met basisbepalingen waarbinnen bedrijven en medewerkers maatwerkafspraken kunnen maken.