Persberichten

Persbericht: “Ondernemers roepen Eerste Kamer op om Wet Werk en Zekerheid te verwerpen”

Persbericht ONL voor Ondernemers
Den Haag, 10 april 2014

Via deze link tref je de petitie aan om deze oproep te steunen en in ons position paper lees je wat onze standpunten zijn en waarom we de wet niet effectief vinden.

Ondernemers roepen Eerste Kamer op om Wet Werk en Zekerheid te verwerpen
De Eerste Kamer heeft het voorstel voor de Nieuwe Wet Werk en Zekerheid nu in beraad. Op 8 april heeft in de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid de laatste vergadering plaatsgevonden. Het Sociaal Akkoord als geheel heeft weinig draagvlak bij ondernemers. Met het Wetsvoorstel voor de Wet Werk en Zekerheid zien zij de ontslagkosten stijgen en de mogelijkheden om werknemers flexibel in te huren afnemen. Ondernemers vrezen daarnaast hoge proceskosten en onzekerheid bij de afwikkeling van een contract. Ondernemers ervaren over de gehele linie geen versoepeling en zullen als gevolg minder banen creëren.

Hans Biesheuvel: “Zowel bij het ontslagrecht als bij de flexwet wordt onvoldoende rekening gehouden met kleine ondernemers en starters. Durf onderscheid te maken. Het zijn communicerende vaten: Op het moment dat de arbeidsmarkt flexibeler wordt en de risico’s kleiner zijn voor ondernemers, zijn zij veel sneller bereid om werknemers een vast contract aan te bieden.

Het afgelopen kwartaal heb ik van ondernemers geen goed woord gehoord over de nieuwe ontslagplannen. Ondernemers zien geen enkele versoepeling, maar zien het ontslagrecht complexer, duurder en slechter worden. Tegelijkertijd wordt er wel naar ondernemers gekeken om de banenmachine op te starten. De Eerste Kamer doet er goed aan om de Wet Werk en Zekerheid terug te sturen naar de Tweede Kamer, onder het motto ‘Bezint eer ge begint’.

De groei van de Nederlandse economie is gebaseerd op de slagkracht van kleine, flexibele ondernemers. Doordat kleine bedrijven groeien en innoveren worden er banen gecreëerd. Dit voorstel getuigt van een oude manier van denken waarbij werknemers een contract voor het leven tekenden. In de huidige economie bestaan bedrijven echter korter, ze groeien en krimpen en verleggen hun focus naar nieuwe diensten, producten en markten. Nederland heeft ondernemers in deze nieuwe economie hard nodig. We moeten op een fundamentele manier kijken hoe we het vaste contract minder star kunnen maken. Niet via een achterdeur proberen om flexibele contracten vaster te maken. We moeten ervoor zorgen dat ondernemers minder risico’s lopen. Hierdoor scheppen zij meer banen en meer groei.

ONL voor Ondernemers ziet de volgende weeffouten in het wetsvoorstel:

Transitievergoeding en UWV-route
Kleinere bedrijven maken onder de huidige wetgeving hoofdzakelijk gebruik van de UWV-route. Hierbij wordt nu geen vergoeding uitgekeerd. Deze route kan straks alleen worden gebruikt voor bedrijfseconomische redenen. Een werknemer krijgt in beginsel echter altijd recht op een transitievergoeding, zowel bij de UWV-route als bij de kantonrechter. De uitzondering dat bedrijven tot 25 werknemers een lagere vergoeding kunnen hanteren moet permanent worden. Het zou echter economisch beter zijn om de UWV route zonder ontslagvergoeding te behouden.
Ten tweede kunnen ondernemers niet begrijpen dat er een transitievergoeding wordt toegekend aan werknemers die 24 maanden ziek zijn geweest en de arbeidsongeschiktheid in gaan. Er is in dit geval geen sprake van een transitie en de ondernemer heeft in deze gevallen al 2 jaar loon doorbetaald.

Proceskosten
Werknemers kunnen met de nieuwe plannen eindeloos procederen tegen zowel een UWV beslissing als een uitspraak van de kantonrechter. Wanneer zij zich niet schikken in de uitspraak van het UWV kan er binnen 2 maanden alsnog bij de kantonrechter bezwaar worden aangetekend. Vanaf de kantonrechter kan er hoger beroep en cassatie worden aangetekend. Ten opzichte van de huidige wet is dit een enorme verslechtering voor het MKB. Ten tweede krijgen werknemers de mogelijkheid om binnen twee weken schriftelijk terug te komen op een overeenkomst tot beëindiging van het contract. Dit schept grote onzekerheid bij ondernemers die in goed overleg een ontslagovereenkomst zijn overeengekomen. De onderhandelingen worden opnieuw opgestart, of beiden gaan alsnog naar de kantonrechter.

Ketenbepaling
Onder de nieuwe wet krijgen werknemers na 2 jaar en maximaal 3 contracten een vaste betrekking indien zij in dienst blijven. De opvolgingsperiode tussen de contracten wordt 6 maanden in plaats van 3. Voor veel kleine ondernemers is het aangaan van een vast contract vaak simpelweg een te groot risico. Het gevolg hiervan is dat werknemers die normaliter opnieuw een bepaald contract aangeboden zouden krijgen op straat komen te staan. Het beperken van de keten van bepaalde contracten gaat in ieder geval niet leiden tot meer mensen in vaste dienst. Het uitstel van deze maatregel tot 1 juli 2015 is een papieren tijger en slecht voor de economie. Zonder daadwerkelijke versoepeling van het ontslagrecht is het niet zinvol om de keten van contracten van bepaalde tijd in te korten. Dit principe geldt ook voor het beperken van nul-urencontracten. Deze contracten voorzien in de behoefte om bij grote fluctuaties in opdrachten snel personeel in te schakelen. Voor sommige sectoren is dit cruciaal.