Persberichten

Asscher, ga het overleg met ondernemers aan, repareer samen met ons de Wet Werk en Zekerheid.

Persbericht ONL voor Ondernemers
Den Haag, 24 april 2015

Asscher, ga het overleg met ons ondernemers aan, repareer samen met ons de Wet Werk en Zekerheid.

Bij ondernemers is er geen vertrouwen dat de Wet Werk en Zekerheid de arbeidsmarkt verbetert. Ondernemers hebben er ook geen vertrouwen in dat de oplossing uit de polder gaat komen. De WWZ juridiseert het ontslagrecht en de flexwet leidt tot grote onzekerheid. Het vertrouwen van ondernemers in de Wet Werk en Zekerheid is weg en er staat een rem op de werkgelegenheid. Daarmee is de WWZ één van de groeibarrières van de economie geworden. De enige manier om de arbeidsmarkt vlot te trekken is door het vertrouwen van ondernemers terug te winnen om mensen aan te nemen.

Ondernemers dringen aan op een gesprek met Minister Asscher. De Wet Werk en Zekerheid zet de Nederlandse arbeidsverhoudingen onnodig op scherp, juist in een periode dat de economie aantrekt. Aanpassingen zijn dringend noodzakelijk. Ondernemers hebben ideeën hoe het wél kan en willen constructief meedenken hoe de WWZ moet worden ingericht. Bedrijven hebben er nu geen vertrouwen in dat de WWZ genoeg zekerheden biedt om het commitment aan te gaan dat een vast contract met zich meebrengt. De eerste tekenen dat het mis gaat zijn de recentelijke ontslagen bij ING en Nationale Nederlanden. De meeste banen zitten echter bij het MKB. De consequenties van de WWZ zijn daar het meest desastreus. Minister Asscher kom voor 1 juli in actie en repareer samen met ons de WWZ. Het enige doel is het behouden van werk, de onzekerheid uit de markt halen, en het vertrouwen te laten terugkeren.

Het beeld dat flexwerk slecht is en een vast contract de heilige graal moet veranderen. Het gaat erom hoe je de afspraken met je medewerkers inricht. Bedrijven hebben flexibiliteit nodig. Medewerkers moeten zich kunnen ontplooien binnen een baan. Bedrijven willen goede en getalenteerde mensen inzetten en hun medewerkers de tools geven om persoonlijk te groeien. Het is onzin om te stellen dat dit niet kan binnen een flexibel contract en even onmogelijk om het vaste contract als een levenslange commitment te blijven zien. De WWZ getuigt niet van deze inzichten en slaat alle beweegruimte uit de arbeidsverhoudingen. Het terugdringen van flexibele banen leidt niet tot meer vaste werk, het zet juist een rem op de werkgelegenheid.

Hans Biesheuvel:

“Als ondernemer voel ik me nu in de kou staan, ik voel me onbegrepen door Asscher. Ondernemers hebben er geen vertrouwen in dat zij met de WWZ de risico’s kunnen aangaan die een vast contract met zich meebrengt. Er wordt naar ons gekeken om de banenmachine te laten draaien maar het ontslagrecht is complexer, duurder en slechter worden. De economie is nu anders dan 10 jaar geleden. Concurrentie komt vanuit de hele wereld, nieuwe technieken zetten het business model op zijn kop. Wij ondernemers moeten zorgen dat we mee kunnen met nieuwe ontwikkelingen in de markt, hier horen echter ook andere arbeidsverhoudingen bij. Bedrijven moeten wendbaar en flexibel kunnen opereren. Werknemers gaan vaker wisselen vaker van baan. Minister Asscher wilt een overgang van baanzekerheid naar werkzekerheid. Die overgang is noodzakelijk en goed gezien. Hij moet ondernemers en hun medewerkers dan alleen wel het raamwerk geven waarbinnen ze dat samen kunnen invullen. Er moet een hernieuwde basis van vertrouwen worden gelegd. Ik ga daar zo spoedig mogelijk met hem over in gesprek.”


ONL voor Ondernemers ziet een noodzaak tot veranderingen in de WWZ inzake de volgende 6 punten.

  1. Ketenbepaling:

Voor veel kleine ondernemers is het aangaan van een vast contract vaak simpelweg een te groot risico. Om de werkgelegenheid te stimuleren zal het vaste contract minder risicovol moeten worden gemaakt. De ketenbepaling werkt alleen maar in combinatie met een versoepeling. Het gevolg van het verkorten van de ketenbepaling zonder aan passing van het vaste contract is dat werknemers die normaliter opnieuw een bepaald contract aangeboden zouden krijgen op straat komen te staan.

Oplossing: Handhaaf de huidige opvolgingsperiode van 3 maanden.

 

  1. Proceskosten:

Werknemers kunnen met de nieuwe plannen eindeloos procederen tegen zowel een UWV beslissing als een uitspraak van de kantonrechter. Wanneer zij zich niet schikken in de uitspraak van het UWV kan er binnen 2 maanden alsnog bij de kantonrechter bezwaar worden aangetekend. Vanaf de kantonrechter kan er hoger beroep en cassatie worden aangetekend.

Oplossing: Handhaaf UWV route, handhaaf lagere transitievergoeding en stel heldere en eenvoudige procedures op voor bedrijven tot 25 werknemers.

 

  1. Bedenktijd bij beëindigen arbeidsovereenkomst:

Werknemers krijgen de mogelijkheid om binnen twee weken schriftelijk terug te komen op een overeenkomst tot beëindiging van het contract. Dit schept grote onzekerheid bij ondernemers die in goed overleg een ontslagovereenkomst zijn overeengekomen. De onderhandelingen worden opnieuw opgestart, of beiden gaan alsnog naar de kantonrechter.

Oplossing: Een bedenktijd van één of enkele dagen.

  1. Transitievergoeding en UWV-route:

Kleinere bedrijven maken onder de huidige wetgeving hoofdzakelijk gebruik van de UWV-route. Hierbij wordt nu geen vergoeding uitgekeerd. Deze route kan straks alleen worden gebruikt voor bedrijfseconomische redenen. Een werknemer krijgt in beginsel echter altijd recht op een transitievergoeding, zowel bij de UWV-route als bij de kantonrechter.

Oplossing: De uitzondering dat bedrijven tot 25 werknemers een lagere vergoeding kunnen hanteren moet permanent worden. Het zou economisch zelfs beter zijn om de UWV route zonder ontslagvergoeding te behouden.

 

  1. Transitievergoeding bij langdurig zieke werknemers:

Ondernemers kunnen niet begrijpen dat er een transitievergoeding wordt toegekend aan werknemers die 24 maanden ziek zijn geweest en de arbeidsongeschiktheid in gaan. Er is in dit geval geen sprake van een transitie en de ondernemer heeft in deze gevallen al 2 jaar loon doorbetaald.

Oplossing: Schep een bepaling in de WWZ dat in deze gevallen de transitievergoeding niet verschuldigd is.

 

  1. Proeftijd bij een tijdelijk contract:

Het voorstel schrijft voor dat bij een contract van 6 maanden of korter geen proeftijd mogelijk is. Wij stellen dat er een proeftijd van desnoods enkele dagen of een week zou moeten komen. Wanneer je iemand aanneemt op basis van één of enkele sollicitatiegesprekken kan je namelijk niet beoordelen of de nieuwe werknemer ook op de werkvloer zo sterk uit de verf komt als je in eerste instantie verwachtte.

Oplossing: Zorg dat bij een contract van minder dan 6 maanden een proeftijd weer mogelijk is.