Schaduwkabinet

• Europa: Think small first!

Column Hans Biesheuvel
Den Haag 15 mei 2014

Europa: Think small first!

Wij ondernemers zijn pragmatisch. Verdien ik geld aan Europa? Ja. Vind ik het fijn dat ik mijn producten aan 503 miljoen mensen mag verkopen? Ja. Komen er af en toe overbodige regels uit Europa? Ja, zeker. Wil ik daarom uit de EU? Volmondig nee!

De Europese Unie schept kansen voor ondernemers. De meeste kansen zelfs voor de kleinere bedrijven. Vanuit je loods in Waddinxveen kan je met een webshop zonder al te veel poeha je spullen afzetten in de grootste uithoek van Europa. Kwestie van postzegel plakken en klaar.

Ik kan me de tijd nog goed herinneren dat ik aan het goochelen was met verschillende munten, dat veel producten moesten voldoen aan nationale vereisten, en dat je als bedrijf rekening moest houden met import/export heffingen. Multinationals kunnen zich uiteindelijk altijd wel een weg banen door het woud van regels. Kleine bedrijfjes niet. Juist hier is de verdienste van de Europese unie zichtbaar. Het stelt kleine ondernemers in staat om zich te ontwikkelen tot micro-multinational.

Het principe wat gehanteerd moet worden is ‘Think Small First’. Neem kleine bedrijven als uitgangspunt en voeg waar nodig regelgeving toe voor de grotere bedrijven. Kleine bedrijven die de grens niet overgaan kan je vaak best uitzonderen van Europese regels. Zij ondervinden zo geen hinder, kunnen ongestoord groeien.

Een mooi concreet voorbeeld van waar de EU slagen kan maken is de btw-aangifte. Als je nu boven bepaalde normen uitkomt – 35.000 tot 100.000 –, moet je je per lidstaat als btw-plichtige inschrijven. Het effect is dat ondernemers stoppen met exporteren voordat ze over de limieten gaan. Veel beter zou het zijn om de btw volledig af te dragen in je thuisland. Laat de belastingdiensten van de lidstaten beter samenwerken en vervolgens onderling regelen dat ze de belasting verdelen. Ondernemers zijn op dit punt nu teveel bezig om de administratie te regelen voor de overheid. Tijd om deze regel terug over de schutting te gooien.

Economische groei komt van starters, van familiebedrijven en van bedrijven in groei. Zij hebben de Europese markt nodig. De globale concurrentie winnen we niet door de dijken te verhogen, maar door onze eigen producten en diensten constant te verbeteren. In Nederland hebben we de taak, als bedrijf, als Kamerlid, als ambtenaar, om actief en op tijd te kijken wat er vanuit de EU op ons afkomt. Op tijd sturen, meedoen en meepraten. Aan de bel trekken als Brussel zich niet realiseert dat kleine bedrijven de motor van de economie zijn. Dan kunnen we ook stoppen met de non-discussie van eruit of erin. Zowel in Brussel als in Nederland moet gelden: ‘Think Small First’.