Columns & Opiniestukken

Arbeidsmarkt in Regeerakkoord: goede richting, nu de uitvoering – Column Hans Biesheuvel op Wekr.nl

Arbeidsmarkt in Regeerakkoord: goede richting, nu de uitvoering.

Ondernemend Nederland mag best tevreden zijn met de arbeidsmarktparagraaf van het Regeerakkoord. Tijdens de formatie is goed naar de ondernemers geluisterd. De weg wordt vrijgemaakt voor een grote herziening van het arbeidsrecht. Ook de wens om het werkgeverschap aantrekkelijker te willen maken, klinkt duidelijk door bij het lezen van het Regeerakkoord. Natuurlijk had ik liever gezien dat Rutte III grotere stappen had genomen. Maar misschien wel het belangrijkste is de uitgestoken hand die ik in het Regeerakkoord lees. Samen, met alle relevante belanghebbenden, kunnen we nu het arbeidsmarktbeleid toekomstbestendig maken.

De Wet DBA gaat naar de prullenbak, de Wet werk en zekerheid terug naar de tekentafel en er wordt gekeken of en hoe zelfstandig ondernemerschap in het burgerlijk wetboek opgenomen kan worden. Deze drie concrete lobbysuccessen van ONL, zijn een overwinning voor heel werkend en ondernemend Nederland.

De Wet werk en zekerheid bracht alleen maar onzekerheid en leidde er toe dat arbeidsovereenkomsten na twee jaar noodgedwongen beëindigd werden. De Wet DBA zorgde voor grote onduidelijkheid en onrust bij opdrachtgevers én opdrachtnemers. Miljarden euro’s schade aan misgelopen werk was het gevolg. Het is goed dat deze schadelijke wetten vervangen gaan worden. Het wettelijk verankeren van het zelfstandig ondernemerschap brengt duidelijkheid en erkenning voor de meer dan een miljoen zelfstandigen die waardevolle bijdragen leveren aan onze economie.

Passend arbeidsrecht

Het arbeidsrecht stamt uit 1907 en moet dringend gemoderniseerd worden. Werkenden willen snel en moeiteloos voor meerdere werkgevers en opdrachtgevers kunnen werken en van verschillende werkvormen gebruik maken. Het huidige recht faciliteert dat onvoldoende. Tegelijkertijd willen ondernemingen snel over de juiste kennis en vaardigheden kunnen beschikken. De maatschappij verwacht dat producten en diensten direct geleverd worden zodra de behoefte ontstaat. Om hieraan te kunnen voldoen zoeken bedrijven naar mensen die flexibel willen werken.

De vraag naar flexibele of ‘on demand’ arbeid kunnen we niet tegengaan. In plaats daarvan moeten we kijken hoe we iedereen voldoende (sociale) zekerheden kunnen bieden. Hierbij moeten we niet uitgaan van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, maar van duurzame inzetbaarheid en permanente ontwikkeling. Uitgangspunt moet flexibiliteit en zekerheid zijn, voor werknemers én werkgevers.

Ontslagrecht

Het Regeerakkoord concludeert dat het ontslagrecht voor werkgevers onnodig bemoeilijkt is. Momenteel is het nagenoeg onmogelijk om werknemers te ontslaan, zelfs als die niet functioneren, liegen of zelfs stelen. Terecht staat in het Regeerakkoord dat dit moet veranderen. De beste oplossing lijkt mij meer bevoegdheden voor rechters. Een cumulatieve ontslaggrond alleen zal te beperkt zijn.

Maatwerk moet weer mogelijk worden in het ontslagrecht. Dit betekent wat mij betreft dat een arbeidsovereenkomst altijd ontbonden moet kunnen worden. Het is de rechter die vervolgens bepaalt of een ontslagvergoeding betaald moet worden en hoe hoog die moet zijn. De ontslagvergoeding moet niet alleen omhoog gaan als de werkgever zich onbehoorlijk gedraagt, maar ook omlaag kunnen als hier aanleiding voor is. Het is oneerlijk dat een werkgever altijd ontslagvergoeding moet betalen, ook als een werknemer liegt, steelt, of zijn werk niet doet. Op dit punt zal een meer eerlijke balans gevonden moeten worden.

Ziekte en re-integratie

Positief is dat het Regeerakkoord erkend dat de loondoorbetalingstermijn bij ziekte verkort moet worden en dat re-integratieverplichtingen met name op kleine werkgevers te zwaar drukken. Dit zijn goede uitgangspunten om tot beleid te komen dat ook werkt bij bedrijven met 4 medewerkers. De in het Regeerakkoord voorgelegde oplossingen gaan echter niet ver genoeg.

De verplichtingen en kosten bij ziekte en re-integratie zijn de grootste drempel om mensen in dienst te nemen. Niet alleen zijn de kosten torenhoog, de risico’s zijn niet te overzien. Ondernemers kunnen er niets aan doen als hun medewerkers ziek worden of een re-integratie tegenwerken. Toch moeten ze voor alle kosten opdraaien, dat is bijzonder onrechtvaardig. Een collectieve verzekering voor alle kleine werkgevers zie ik als een potentieel giftige sigaar uit eigen doos.

Werkgeverslasten

Het kabinet kiest er voor om het kraamverlof voor partners, ook wel vaderschapsverlof genoemd, te verruimen. De kosten hiervan eenzijdig bij de werkgever neerleggen maakt het bijzonder onaantrekkelijk om mensen in dienst te nemen. Niet alleen moet de werkgever vijf dagen het volledige loon doorbetalen, daarna moet er nog 5 weken 70% van het dagloon betaald worden. Voorkomen moet worden dat dit bijvoorbeeld via het Arbeidsongeschiktheidsfonds volledig door werkgevers betaald moet worden.

ZZP

Het Regeerakkoord erkent dat zelfstandigen een belangrijke rol vervullen op de arbeidsmarkt. ONL heeft herhaaldelijk gepleit om zelfstandigen een eigen wettelijke grondslag te geven. Rutte III geeft aan te zullen kijken of en hoe zelfstandig ondernemerschap een eigen plek zou kunnen krijgen in het burgerlijk wetboek. Hierbij wordt expliciet aangeven dat dit ook in overleg met “sociale partners en veldpartijen” zal gebeuren. Een duidelijke uitnodiging aan belanghebbenden om aan te schuiven en mee te denken.

Ook goed nieuws is dat de onrust omtrent de Wet DBA weggenomen zal worden. De wet wordt vervangen en er komt licht handhaving. Met betrekking tot de vervanging is gekozen om onderscheid te maken op basis van het uurtarief. Indien langer dan drie maanden gewerkt wordt voor minder dan 125% van het wettelijk minimumloon dan is er altijd sprake van een arbeidsovereenkomst indien er reguliere bedrijfsactiviteiten verricht worden.

Aan de bovenkant van de markt komt er een “opt-out” waarmee werkenden kunnen kiezen om als niet als werknemer beschouwd te worden als ze voor een hoog tarief werken voor kortere duur. Werkt iemand langer dan een jaar voor een hoog tarief, dan kan gekozen worden om niet als werknemer beschouwd te worden indien er geen reguliere bedrijfsactiviteiten worden verricht.

Het is goed dat de vrije vervangbaarheid en een gezagsverhouding, bij het ‘hoge’ en ‘lage’ tarief, niet langer als criteria gehanteerd worden. In de praktijk bleken die onwerkbaar. Nu worden de reguliere bedrijfsactiviteiten als criterium geïntroduceerd. Een begrip wat mij meer vragen dan antwoorden geeft. Ik zie de discussies, of ondersteuning zoals bijvoorbeeld IT en (interim-)management reguliere bedrijfsactiviteiten zijn, al opkomen.

Zelfstandigen tussen het ‘lage’ en ‘hoge tarief’ in krijgen te maken met een ‘opdrachtgeversverklaring’. Een webmodule moet de opdrachtgever zekerheid geven van vrijwaring van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen. Helaas wordt de ‘gezagsverhouding’ hier nog steeds als bruikbaar criterium gezien. Ik hoop dat de webmodule betaalbaar en bruikbaar zal zijn. Op basis van de ervaringen in het Verenigd Koninkrijk met een webmodule en de ervaringen met overheids-ICT projecten had ik zelf voor een andere oplossing gekozen.

Zekerheid en kansen in een nieuwe economie

Het moderniseren van de arbeidsmarkt en het bijbehorende arbeids- en sociale zekerheidsrecht is een van de belangrijkste opgaven voor het nieuwe kabinet. Een ruim honderd jaar oud systeem veranderen zodat het aansluit op de nieuwe realiteit is een uitdaging. Dit moet in overleg gebeuren, maar niet in de traditionele polder. Onze inzet zal blijven om dit overleg breder te trekken. Het is niet alleen aan de oude partijen om te bepalen wat er gebeurt, ook de nieuwe partijen horen aan tafel.

Klik hier om de column van Hans Biesheuvel op wekr.nl te lezen.