Expertvisie XIX – mr. Theo Gommer – Geen Kabinet, geen actie, pensioenvernieuwing staat stil!
Geen Kabinet, geen actie, pensioenvernieuwing staat stil! – mr. Theo Gommer
Het duurt naar verwachting nog tot (ruim) na Prinsjesdag voordat er een nieuw Kabinet is. Dat betekent dat vele – noodzakelijke – ontwikkelingen stilstaan. Zo ook het pensioendossier.
ONL heeft in haar Sociaal Akkoord (https://onl.nl/nieuws/sociaal-akkoord-2017/)samen met de AVV gepleit voor onder meer een ‘eigen pensioenspaarpot’ in plaats van ‘holle beloftes’ op een gegarandeerd welvaartsvast pensioen dat de verplichte bedrijfstakpensioenfondsen niet waar kunnen maken. De Raad van State heeft in haar Infonota van 3 juli 2017 in ieder geval gesteld dat de afschaffing van de doorsneepremie (iedereen betaalt een gelijk percentage van het loon aan pensioenpremie, hetgeen vervolgens terecht komt ‘in één grote solidaire pot’ ) gerealiseerd moet worden en stelt daarna vraagtekens bij de huidige verplichtstelling (waarbij verplicht bij een bepaald pensioenfonds aangesloten moet worden).
Ik voeg daar nog een aantal zaken aan toe. De AOW moet allereerst worden geflexibiliseerd. Vanaf 5 jaar voor de officiële AOW-datum (67 jaar) mag 50% vervroegd worden opgenomen, zodat parttime doorgewerkt kan worden. Waarbij geldt, flexibiliseren mag, maar hoeft niet. Laat iedereen dus zelf kiezen. Ook al doet maar 10 of 20% het!
Daarnaast moeten er veel individuele en flexibele keuzes gemaakt kunnen worden in het 2e pijler (werkgevers)pensioen: pensioenpremie voor hypotheek, voor een sabbatical, voor zorgverlof, een eigen bedrijf, een lumpsum op pensioendatum en een deel als slechts tijdelijke uitkering na pensioendatum in plaats van alles levenslang. Maximaal 50% van de totale pensioenpot mag voor andere, eerdere besteding gebruikt. Er blijft dus een substantieel deel over ter verzorging van inkomen bij ouderdom (of overlijden).
Waarbij aangetekend dat volgens onderzoek van het SCP de AOW voldoende is van te kunnen leven.
Vervolgens pleit ik voor integratie van de 3e pijler (individueel lijfrente ‘bank’sparen) met de 2e pijler. Als ik na 10 à15 jaar ZZP-er wordt wil ik ‘gewoon doorgaan’ met pensioenopbouw op mijn eigen (bancaire) pensioenrekening. De fiscale regels kunnen dan op elkaar afgestemd en de beste aanbieder wint: pensioenfonds, verzekeraar, bank of beleggingsinstelling.
Bij een pensioenplicht (met wellicht een opt-outmogelijkheid voor ZZP-ers) kan de huidige verplichtstelling gewoon afgeschaft. De huidige bedrijfstakpensioenfondsen moeten zich dan maar in 3-5 jaar omvormen tot gewone aanbieders (de meeste uitvoering wordt toch al gedaan door dochterbedrijven van commerciële verzekeraars overigens, so what’s the big deal?!).
ZZP-ers kunnen dan vervolgens kiezen voor óf een marktaanbieder voor hun arbeidsongeschiktheidspensioen óf er komt een ‘nationale’ aanbieder. Dat lijkt een beetje op het systeem van de ziektekostenverzekering. Het UWV/SVB kunnen dat prima uitvoeren.
Dat de arbeidsmarkt (van DBA en ontslagbescherming tot employability en duurzame inzetbaarheid) primair aangepakt moet worden is natuurlijk evident en past bij het nieuwe pensioenstelsel.
Nou, ik ga ervan uit dat de nieuwe Staatssecretaris Pensioen (die zal er toch wel komen??) van het nieuwe Kabinet deze column leest.