Mooie opkomst ONL Ondernemersevent in Scheveningse Haven
Tientallen ondernemers kwamen op woensdag 16 april af op het ONL Ondernemersevent in Encore by Simonis in de Scheveningse Haven om te praten over hun ervaringen met zero-emissiezones tot nu toe. Er zijn op dit moment achttien gemeenten die een zero-emissiezone hebben waarbij bedrijfsmatige bestel- en vrachtauto’s worden geweerd uit de binnensteden.
Ondernemers en vertegenwoordigers van brancheverenigingen; Ronald Tebra van de Vereniging Technisch Toeleveranciers Evenementen (VTTE), Louise Wesselius, voorzitter Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel, Fabian Schrijvers (Lasso Events & Expo Solutions en bestuurslid CLC-VECTA, Koen Idzenga, mede-eigenaar van Hubbel Stadslogistieken Tweede Kamerlid Hester Veltman (VVD) gingen onder leiding van parlementair journalist Frits Wester met elkaar het gesprek aan over de invoering van zero-emissiezones per 1 januari 2025 in achttien stadscentra van gemeenten. Andries Groeneweg, die zich als beleidsmedewerker bezighoudt met verduurzaming van stadslogistiek en in het bijzonder zero-emissiezones, gaf een presentatie waarin onder meer de ontheffingen, vrijstellingen en overgangsregelingen die er zijn op een rij werden gezet. Stapsgewijs worden steeds meer emissieklasses in de ban gedaan zodat in 2030 al het bedrijfsmatig vervoer binnen zero-emissiezones uitstootvrij is.
Complex en tijdrovend
Het aanvragen van ontheffingen is weliswaar versimpeld, maar nog steeds worstelen veel ondernemers en brancheorganisaties met deze extra taak. Het liefst willen zij dat alle ontheffingen en vrijstellingen gaan lopen via één centraal loket. Nu ligt dit nog voor een deel ook bij de betreffende gemeenten. “Ik heb het al druk genoeg”, zegt Fabian Schrijvers (CLC-VECTA). “Het aanvragen van ontheffingen kost veel tijd; zeker omdat ik elke dag ergens anders een evenement heb. Het is ook raar dat de overheid iets bedenkt waar allerlei ontheffingen voor nodig zijn om het überhaupt werkbaar te maken.”
Ronald Tebra (VTTE) geeft aan het aanvragen van een ontheffing, bijvoorbeeld om financiële redenen niet kunnen investeren in elektrisch vervoer, soms leidt tot ‘beschamende gesprekken’ bij de gemeente. “Ondernemers worden niet altijd serieus genomen doordat bijvoorbeeld wordt gevraagd naar het privévermogen”, legde Tebra uit. Een ondernemer in de zaal heeft een ontheffing, omdat hij te maken heeft met een lange levertijd voor een elektrisch voertuig. “Het probleem is dat er een begin- en einddatum op deze ontheffing staat, maar wat als het voertuig weer later komt dan gepland?” Hij moest een officieel certificaat van de autodealer hierbij aanleveren om de ontheffing te krijgen. “Maar zelfs met een ontheffing, krijg ik een waarschuwingsbrief van de gemeente.”
“In het begin liep dit dramatisch. Het doel van een regeling moet zijn dat dat zo eenvoudig mogelijk en uniform is. Gelukkig loopt het nu beter met de ontheffingen”, zegt Tweede Kamerlid Hester Veltman. “Maar als ik hoor dat in één stad 2300 waarschuwingen zijn gegeven aan ondernemers die de zero-emissiezone nu zijn binnengereden, maak ik mij wel zorgen.”
Nieuwsgaring in het geding en vaste spelregels
Een andere branchevereniging voor onder meer satellietwagens van media kan ook niet uit de voeten met de ontheffingen. “Wat als er opeens een voetbalrel is in Amsterdam. Wat moet je doen als je van tevoren niet weet dat je een ontheffing nodig hebt? Snelle ontheffingen verkrijgen voor nieuwsgaring; dat is nu niet mogelijk.”
Ook CVAH geeft aan dat de papierwinkel om ontheffingen of vrijstellingen aan te vragen voor marktondernemers enorm tijdrovend en ingewikkeld. “Soms zoeken marktondernemers een escape: een andere markt. Van de Jordaan in Amsterdam besluiten ze bijvoorbeeld om naar de markt in Huizen te gaan. Het is jammer als de markten in binnensteden hierdoor verdwijnen”, vertelt Louise Wesselius.
Ook is er de vrees dat de overheid tussentijds de spelregels verandert. “Ik wil wel zeker weten dat beslissingen niet worden teruggedraaid en ook gek dat deze regels niet in het hele land gelden”, zegt Schrijvers.
Tebra denkt dat de grootste problemen ontstaan over twee of drie jaar. “Als deze zones definitief dichtgaan voor emissieklasse 5 en 6. Dan zitten we hier heel anders aan tafel. Nu is het nog niet dramatisch; weinig ondernemers rijden met emissieklasse 4.” Dat de randvoorwaarden niet op orde zijn, zorgt voor onrust. De wil om te verduurzamen is er, maar er is meer tijd nodig om dit op orde te krijgen. 2035 is een realistischere stip op de horizon, vinden velen. Daar is Koen Idzerda van Hubbel het niet mee eens. “Als eerst alle randvoorwaarden op orde moeten zijn, komen we helemaal nergens. Nu kiezen sommige gemeente voor uitstel tot 2030, maar zijn we er dan wel klaar voor?”, vindt hij. Hij is van mening dat de ‘stadslogistiek echt groener moet worden’.
Alternatieve brandstoffen
Oplossingen komen ook aan bod. Ondernemers, groot én klein, willen graag doorlopend betrokken blijven bij de verdere uitrol van zero-emissiezones en dat er tussentijds bijgestuurd kan worden door de overheid. Het liefst zien zij uniformiteit in regelingen: dat in alle gemeenten dezelfde regels gelden. Daarnaast moet meer worden gekeken naar alternatieve brandstoffen die ook een rol kunnen spelen in de transitie. Denk aan HVO 100, Hydrotreated Vegetable Oil, een schone vervanger voor diesel, lpg (autogas) en waterstof.
Naast hubs aan randen voor steden moet er ook worden gekeken naar alternatieve oplossingen voor bepaalde sectoren, zoals de theatersector, die hiermee niet geholpen zijn. Voldoende voorbereidingstijd voordat een zero-emissiezone is cruciaal. Zo wees Gerbrand Voerman, directeur Den Dulk Haasnoot in de Scheveningse Haven, erop dat de uitbreiding van de zero-emissiezone per 1 januari 2026 langs de Haagse kust te kort dag werd aangekondigd. De afspraak is dat vier jaar voor de invoering door gemeenten wordt gemeld. Veltman: “In Scheveningen was de voorbereidingstijd echt onvoldoende. Ondernemers moeten vier jaar vooraf al weten, hoe, wat, waar en wanneer. Hier is dat niet gebeurd en daar vraag ik volgende week in een debat aandacht voor.”