CoronaNieuws

ONL zet de belangrijkste informatie op een rij

Laatste update: 28 oktober 2020

De Rijksoverheid biedt ondernemers en werkenden de komende periode financiële ondersteuning vanwege de aanhoudende impact van het coronavirus. Alle maatregelen, met eventuele aanpassingen, zijn hieronder samengevat. Kom je er echt niet uit? Team ONL staat voor je klaar. Blijf met ons in contact en blijf vragen stellen! Wij doen alles wat in ons vermogen ligt om jullie vragen te beantwoorden via onze app/telefoon of mail naar corona@onl.nl.

Steunmaatregelen

Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Looptijd: 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

Voor wie is de regeling?

  • De tegemoetkoming TONK is voor huishoudens die door de coronacrisis te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor noodzakelijke kosten zoals woonlasten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Andere regelingen bieden vaak niet of onvoldoende soelaas.
  • Let op: de TONK biedt geen ondersteuning aan een onderneming. Het gaat om noodzakelijke kosten in levensonderhoud. Bedrijfskosten vallen niet onder de TONK.

 Wat houdt de regeling in?

  • De TONK is een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten.
  • De tegemoetkoming kan gezien worden als een ruimhartige vorm van bijzondere bijstand.

 Wat zijn de voorwaarden?

  • Gemeenten hebben eigen beleidsvrijheid om invulling te geven aan de TONK. Er worden voor de tegemoetkoming TONK géén nadere centrale regels vastgesteld. De overheid stelt enkel geld beschikbaar aan gemeenten om meer mensen te helpen die door de coronacrisis financieel in de problemen komen.
  • Een gemeente kan aangeven welke kosten noodzakelijk worden geacht en wie er in aanmerking komt voor een vergoeding. De focus ligt op woonkosten. Voor deze kosten kan voor de hele TONK periode een tegemoetkoming worden verstrekt. Onder woonkosten wordt in ieder geval verstaan huur, hypotheekrente en kosten voor gas, water, licht (G/W/L).
  • Waar gemeenten op kunnen letten: gezinsinkomen, beschikbaar vermogen en inkomsten. Het kan dan in ieder geval gaan om inkomsten uit arbeid, inkomsten uit een uitkering, inkomsten uit verhuur en inkomsten uit partner- en/of kinderalimentatie.
  • Daarnaast kan de gemeente vastleggen welke middelen nog meer meetellen voor de vaststelling van het recht op TONK. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld vaststellen dat een aanvrager met meer dan een X bedrag aan beschikbare geldmiddelen niet in aanmerking komt voor de TONK.
  • De ontvanger hoeft de tegemoetkoming in principe niet terug te betalen.
  • Als er sprake is van de situatie dat de aanvrager op korte termijn alsnog over genoeg inkomen beschikt dan mag de gemeente besluiten om de TONK in een vorm van een lening te verstrekken.

Waar en wanneer kun je de regeling aanvragen?

Het zal per gemeente verschillen per wanneer je de TONK kan aanvragen.

  • Gemeenten kunnen in hun tijdelijke beleidsregels TONK vastleggen dat met terugwerkende kracht vanaf 01.01.2021 de tegemoetkoming TONK aangevraagd kan worden.
  • Vraag aan je woongemeente waar en wanneer je de regeling kan aanvragen.
  • De invulling van de TONK kan per gemeente verschillen. Vraag naar de voorwaarden bij je gemeente.

Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL)

Let op: de TVL-subsidie bestaat uit 2 delen, met ieder hun eigen voorwaarden: TVL tot 1 oktober 2020 en TVL na 1 oktober 2020. Deze pagina behandelt alleen de TVL na 1 oktober 2020.

Looptijd: 1 oktober 2020 tot en met 30 juni 2021

Voor wie is de regeling?

  • Door maatregelen coronacrisis getroffen of gesloten ondernemers;
  • Ondersteuning nodig bij betaling vaste lasten.

Wat houdt de regeling in?

  • Subsidie voor vaste lasten, zoals huur, onderhoud en verzekeringen.
  • De subsidie wordt berekend met het omzetverlies en een percentage vaste lasten. Hiervan wordt maximaal 85% gecompenseerd.
  • De subsidie is minimaal € 1500 en maximaal € 900.000 per bedrijf, per drie maanden.

Aanpassing maximale subsidiebedragen TVL (update: 24 februari 2021)

De maximum subsidiebedragen van de TVL gaan omhoog voor TVL Q1 en Q2 2021.

  • Bedrijven met minder dan 250 werknemers kunnen nu maximaal 550.00 euro aan vaste lasten vergoed krijgen, in plaats van 330.000 euro.
  • Het maximumbedrag voor grote bedrijven gaat van 400.000 euro naar 600.00 per kwartaal.
  • Ook de voorraadvergoeding voor winkeliers die hun deuren moeten sluiten, gaat omhoog. Deze regeling valt onder de TVL (zie hieronder).
  • Een overzicht van de gewijzigde maximale TVL-subsidie per onderneming per kwartaal vind je in onderstaande tabel.

Let op: het kabinet moet de verruiming nog wel voorleggen aan Brussel, pas daarna kunnen aanvragen worden uitbetaald. Houd de site van ONL en sociale media kanalen in de gaten om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws.

Aanpassingen in het steunpakket (update: 22 januari 2021)

Ook in 2021 zal voor de TVL gewerkt worden met 2019 als referentie voor het vaststellen van het omzetverlies van ondernemers.

Voor het eerste en tweede kwartaal van 2021 wordt de TVL verruimd.

  • De toegang tot de TVL wordt verbreed: vanaf nu kunnen ook grote ondernemingen aanspraak maken op de TVL door de grens van maximaal 250 medewerkers los te laten.
  • De vergoedingspercentages in de TVL worden verhoogd naar 85% voor alle ondernemers met een omzetverlies vanaf 30%. Eerder was dit vergoedingspercentage 70%.
  • Het maximale subsidiebedrag voor een onderneming per kwartaal wordt verhoogd van € 90.000 naar € 330.000 per het eerste kwartaal van 2021. Voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers wordt het subsidiebedrag vastgesteld op € 400.000.
  • Het minimum subsidiebedrag wordt verdubbeld van €750 naar € 1500 per ondernemer per kwartaal om kleine bedrijven beter te ondersteunen.

Verlengen voorraadsubsidie voor gesloten detailhandel

  • De voorraadsubsidie voor de gesloten detailhandel wordt naar het eerste kwartaal van 2021 verlengd. Voor het ontvangen van de subsidie hoef je geen aparte aanvraag te doen. Dit loopt automatisch mee in de aanvraag voor de TVL voor het eerste kwartaal van 2021.
  • De subsidie zal in het eerste kwartaal van 2021 neerkomen op een opslag van 21% op het vaste lastenpercentage van de TVL (voorheen: 5,6%).

Aanpassingen in het steunpakket (update: 9 december)

Tijdelijke verbreding TVL

  • Tot oktober was de TVL beperkt tot een aantal sectoren, maar het kabinet heeft besloten om de TVL open te stellen voor alle sectoren. Per 1 oktober 2020 werkt de TVL niet meer met SBI-codes. Deze tijdelijke verbreding geldt vooralsnog tot 1 april 2021.

Verhoging TVL-subsidiepercentage

  • Op 9 december is besloten dat het subsidiepercentage afhankelijk wordt van het omzetverlies. Bij 30% omzetverlies is het subsidiepercentage 50%. Bij 100% omzetverlies loopt dit op naar 70%. Deze aanpassing geldt voor TVL Q4 2020 en TVL Q1 2021. Met de verruiming van de TVL probeert het kabinet sectoren die nu heel weinig tot geen omzet draaien beter te helpen. Ondernemers die TVL Q4 2020 hebben aangevraagd, hoeven niets te doen. Er volgt een extra betaling zodra de verhoging in het systeem is ingeregeld. Het zal even duren voordat dit is verwerkt door de RVO.

Onderstaande tabel laat (ter illustratie) zien welk deel van de vasten wordt vergoed in een nieuwe situatie.

De Horeca Voorraad en Aanpassingen (HVA) subsidie

  • Horecaondernemers hebben voorraden aangelegd die ze niet meer kunnen gebruiken vanwege de tijdelijke sluiting. Ook hebben zij vaak geïnvesteerd om in de winter op een corona-veilige manier open te kunnen blijven, bijvoorbeeld door hun terras te overkappen. Het kabinet geeft, boven op de TVL, een eenmalige subsidie om deze gemaakte kosten te compenseren, van 2,75 procent van de omzetderving, gemiddeld € 2500.
  • Horecagelegenheden die in aanmerking komen voor TVL Q4 2020, krijgen deze HVA-opslag boven op de TVL-subsidie. Als je de TVL aanvraagt, wordt de HVA-opslag er direct bij opgeteld. Je hoeft als horecaondernemer hiervoor dus geen aparte aanvraag te doen.

Evenementenbranche krijgt evenementenmodule

  • Door de corona-maatregelen zijn veel evenementen, zoals muziekfestivals en kermissen, niet doorgegaan. Bedrijven en leveranciers in de evenementenindustrie zijn voor hun omzet grotendeels afhankelijk van de zomermaanden. Die schommeling in omzet kan zorgen voor een vertekend beeld bij de berekening van de TVL. Het kabinet komt met een eenmalige extra vergoeding die gebaseerd is op de TVL-vergoeding van de zomer. Het gaat naar verwachting om 800 evenementenondernemers, die gemiddeld zo’n €14.000 krijgen. Hiervoor is een bedrag van € 11 miljoen gereserveerd.

Voor wie, voorwaarden en aanvraag

Voor wie?

  • Ondernemers in de evenementenbranche komen in het 4ekwartaal van 2020 en het 1e kwartaal van 2021 in aanmerking voor de evenementenmodule. Deze bedraagt 33,3% van de TVL-subsidie van juni tot en met september 2020. Zij ontvangen minimaal € 750 en maximaal € 16.650.

Voorwaarden:

Ondernemers moeten voor de evenementenmodule aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Je stond op 15 maart 2020 ingeschreven in het Handelsregister.
  • Je verdiende in het 2een 3e kwartaal van 2019 minimaal 50% van jouw omzet aan publieke evenementen in die periode. Hoe je dit kunt laten zien, wordt nog verder uitgewerkt.
  • Je hebt in het 2een 3e kwartaal van 2019 publieke evenementen georganiseerd, producten of diensten geleverd aan publieke evenementen of locaties voor publieke evenementen beschikbaar gesteld. Je kan dit laten zien. Denk aan vergunningen, facturen, verklaringen van organisatie, locatiehuur, bewijs van levering, opbrengst van kaartverkoop en/of een verklaring van een boekhouder.
  • De georganiseerde, verplaatsbare evenementen waren publiekelijk toegankelijk, eventueel via kaartverkoop. Bij het evenement was een verzameling van mensen aanwezig die zich binnen een tijdvak op een locatie of terrein hebben bewogen. Denk aan kermissen, sportevenementen, festivals, publiekelijk toegankelijke congressen en beurzen.
  • Besloten bedrijfsevenementen, productlanceringen, bruiloften of familiefeesten komen niet in aanmerking voor de evenementenmodule.
  • Je hebt in juni tot en met september 2020 TVL aangevraagd en gekregen.
  • Je komt in het 4ekwartaal van 2020 en/of in het 1e kwartaal van 2021 niet in aanmerking voor TVL. Dat komt door een lage referentieomzet in het 4e kwartaal van 2019 en/of het 1e kwartaal van 2020, waardoor de drempel van € 3.000 vaste lasten niet wordt gehaald.

Aanvraagprocedure

  • Je kan nog geen aanvraag indienen. Je kan waarschijnlijk in het 1e kwartaal van 2021 voor beide kwartalen apart een aanvraag indienen. ONL houdt je op de hoogte van de aanvraagprocedure.

Wat zijn de belangrijkste wijzingen t.o.v. TVL 2.0?

  • De belastingvrije tegemoetkoming wordt opnieuw ingezet en het maximale bedrag per bedrijf per drie maanden wordt verhoogd naar 90.000 euro.
  • TVL 3.0 is opgedeeld in drie tijdsvakken. Tijdvak 1: okt-nov-dec 2020. Tijdvak 2: jan-feb-ma 2021. Tijdvak 3: apr-mei-jun 2021.

Wat zijn de voorwaarden?

  • Minimaal 30% omzetverlies door de coronacrisis.
  • Minimaal € 3.000 vaste lasten in 3 maanden.
  • Oprichting voor 15 maart 2020, vestiging in Nederland en ingeschreven in KVK Handelsregister.
  • Het bedrijf is niet failliet en heeft geen uitstel van betaling aangevraagd bij de rechtbank.
  • Het bedrijf is geen overheidsbedrijf.
  • Minimaal één vestiging van het bedrijf heeft een ander adres dan het privéadres van de eigenaar/eigenaren. Of de vestiging staat los van de privéwoning en heeft een eigen opgang of toegang. Een uitzondering hierop zijn horecaondernemingen met SBI-code 56.10.1, 56.10.2 en 56.30, 5110 en ambulante handel. Met ambulante handel wordt markthandel, taxivervoer, auto-en motorrijscholen, kermisattracties, etc. bedoeld.

Hoe wordt de TVL in het vierde kwartaal van 2020 en eerste kwartaal van 2021 berekend?

  • De subsidie wordt berekend door het omzetverlies in de subsidieperiode te vermenigvuldigen met een percentage vaste lasten (per SBI code) en een subsidiepercentage van 50%. Dus: normale omzet x omzetverlies in % x aandeel vaste lasten SBI in % x 50%= hoogte subsidie.
  • Het percentage vaste lasten per SBI-code is door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) berekend met gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Waar en wanneer kun je de regeling aanvragen?

Voor vragen en opmerkingen

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW)

Ook voor informatie over de definitieve berekening van de eerste NOW aanvraagperiode (maart-april-mei) kun je hier terecht. Je vindt deze informatie onderaan de pagina. De rest van deze pagina gaat in op NOW3 (vanaf oktober 2020).

Wat is de looptijd?

1 oktober 2020 tot en met 30 juni 2021

Voor wie is de regeling?

  • Alle werkgevers met een (verwacht) inkomensverlies van ten minste 20%.
  • DGA’s vallen alleen onder de NOW als ze verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen (WW/ZW/WIA). Een DGA is verzekerd voor de werknemersverzekeringen als hij, kort gezegd, niet voldoende aandelen bezit om zijn ontslag tegen te houden. Kijk hiervoor wat daarover in de statuten is vastgelegd. DGA’s die op een andere manier verzekerd zijn, bijvoorbeeld via een private arbeidsongeschiktheidsverzekering of een vrijwillige verzekering bij UWV, vallen niet onder de NOW. Je bent ook vrijwillig verzekert bij het UWV wanneer je uit loondienst treedt om een eigen bedrijf te beginnen en ervoor hebt gekozen om je oude werknemersverzekeringen door te laten lopen.

Aanpassingen in het steunpakket (update: 22 januari 2021)

  • Bij een omzetverlies van 100% wordt 85% van de loonkosten vergoed. Eerder was dit 80%.

Wat houdt de regeling in?

  • De NOW is bedoeld om werkgevers die door de coronacrisis te maken hebben met omzetverlies tegemoet te komen in de loonkosten.
  • Werkgevers die te maken hebben met tenminste 20% verwacht omzetverlies, kunnen bij UWV een tegemoetkoming voor deze periode aanvragen ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom, gerelateerd aan het omzetverlies. Bij een omzetverlies van 100% wordt 80% van de loonkosten vergoed. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie dus evenredig lager worden vastgesteld.

Voorwaarde derde en vierde aanvraagperiode NOW

Let op:

  • Met de derde aanvraagperiode doe je een aanvraag voor een tegemoetkoming voor de NOW over de periode oktober, november en december 2020.
  • Met de vierde aanvraagperiode doe je een aanvraag voor een tegemoetkoming voor de NOW over de periode januari, februari en maart 2021.
  • Met de vijfde aanvraagperiode doe je een aanvraag voor de tegemoetkoming voor de NOW over de periode april, mei en juni 2021.

Het aanvragen van een tegemoetkoming voor de eerste en tweede aanvraagperiode (NOW 1 en 2) is niet meer mogelijk.

Informatie voor de vijfde aanvraagperiode volgt later.

  • De voorwaarde voor de tegemoetkoming NOW in de derde en vierde aanvraagperiode is dat je 3 aaneengesloten maanden een omzetverlies van minimaal 20% hebt. Als je een tegemoetkoming NOW voor de derde aanvraagperiode hebt gekregen, dan moeten de 3 maanden van de vierde aanvraagperiode aansluiten op de 3 maanden van de derde aanvraagperiode. Bijvoorbeeld: De derde aanvraagperiode NOW heb je omzetverlies doorgegeven over oktober, november en december. Voor de vierde aanvraagperiode NOW geef je daarom jouw omzetverlies door over januari, februari en maart 2021.

Als je voor het eerst NOW aanvraagt of als je geen tegemoetkoming NOW voor de vorige aanvraagperiode toegekend hebt gekregen, dan kan je kiezen uit omzetverlies vanaf:

Derde aanvraagperiode

  1. 1 oktober: je geeft dan jouw percentage omzetverlies door over oktober, november en december 2020.
  2. 1 november: je geeft dan jouw percentage omzetverlies door over november en december 2020 en januari 2021.
  3. 1 december: je geeft dan jouw percentage omzetverlies door over december 2020 en januari en februari 2021.

Vierde aanvraagperiode

  1. 1 januari: je geeft dan jouw percentage omzetverlies door over januari, februari en maart 2021.
  2. 1 februari: je geeft dan jouw percentage omzetverlies door over februari, maart en april 2021.
  3. 1 maart: je geeft dan jouw percentage omzetverlies door over maart, april en mei 2021.

Let op: De gekozen 3 maanden waarin je omzetverlies verwacht, kan je niet meer aanpassen.

Extra voorwaarden voor grote bedrijven

  • In de NOW is de algemene voorwaarde opgenomen dat grote bedrijven (lees: niet mkb) die gebruikmaken van de NOW dit en komend jaar geen dividend of bonussen mogen uitkeren en geen eigen aandelen mogen inkopen. Dit moet bij aanvang verklaard worden.

Berekening omzetverlies

De berekening van het omzetverlies gaat op deze manier:

  • Neem de totale omzet van 2019.
  • Deel dit bedrag door 4. Dit is de gemiddelde omzet over 3 maanden.
  • Vergelijk jouw verwachte omzet voor een van de periodes hierboven met dit bedrag.

Ben je onderdeel van een concern? Dan moeten de periode en het percentage omzetverlies overeenkomen met die van andere onderdelen van het concern. Voor concerns met Nederlandse en buitenlandse dochters geldt: omzetverlies van rechtspersonen die geen Nederlands loon hebben, tel je niet mee.

Ben je tussen 1 januari 2019 en 2 februari 2020 gestart met een bedrijf of je hebt een (onderdeel van een) bedrijf afgestoten? Dan ga je uit van de omzet in de periode vanaf de datum van de start of wijziging tot en met 29 februari 2020. De uitkomst reken je om naar 3 maanden. Het gaat hierbij om de omzet over de volledige kalendermaanden, gerekend vanaf de eerste volledige kalendermaand.

Wat zijn de belangrijkste wijzigingen t.o.v. NOW 2.0?

  • Verlenging NOW tot 1 juli 2021 (3 tijdvakken van 3 maanden).
  • NOW 3.0 is opgedeeld in drie tijdsvakken. Tijdvak 1: okt-nov-dec 2020. Tijdvak 2: jan-feb-ma 2021. Tijdvak 3: apr-mei-jun 2021.
  • De korting voor het aanvragen van bedrijfseconomisch ontslag vervalt, de reguliere ontslagbescherming blijft in stand.
  • Het maximaal te vergoeden loon per werknemer zal in de vijfde aanvraagperiode (april, mei, juni 2021) worden verlaagd naar maximaal 1x het dagloon.
  • Als een werkgever een NOW3 subsidie aanvraagt, is hij verplicht om zich in te spannen om met ontslag bedreigde werknemers van werk naar werk te begeleiden.

Waar en wanneer kun je de regeling aanvragen?

  • NOW3 loopt vanaf 1 oktober 2020 in 3 tijdvakken van 3 maanden tot 1 juli 2021.
  • NOW3 1e tijdvak (okt-nov-dec) is aan te vragen vanaf 16 november tot 13 december (streefdata), met terugwerkende kracht tot 1 oktober
  • Informatie over de tegemoetkoming voor de vierde (jan-feb-ma) en vijfde (apr-mei-jun) aanvraagperiode volgt zo spoedig mogelijk
  • De NOW is hier aan te vragen via het UWV.

NOW in combinatie met andere subsidieregeling(en)

  • Voor de NOW geldt dat subsidies die ondernemers in het kader van de coronacrisis ontvangen als omzet meetellen. Dit geldt ook voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten.

Vaststelling NOW 1.0 en accountantsverklaring/verklaring derde

Let op: deze informatie is alleen relevent als je een tegemoetkoming NOW hebt ontvangen voor de eerste aanvraagperiode (maart, april en mei 2020).

  • Het bedrag dat je heeft ontvangen was een voorschot. Dit voorschot heeft het UWV berekend met jouw geschatte omzetverlies. Het werkelijke percentage omzetverlies is nu bekend. Daarmee kan het UWV het definitieve bedrag berekenen waar je recht op heeft. Op 7 oktober heeft UWV het digitale loket geopend waar werkgevers hun aanvraag voor de definitieve berekening van hun tegemoetkoming voor de eerste aanvraagperiode (NOW1.0) kunnen indienen. Het gaat hier om het tijdvak maart, april en mei 2020.

Hoelang je de tijd hebt om een aanvraag te doen, hangt af van of je een verklaring met de aanvraag moet meesturen:

  • Als je geen verklaring hoeft mee te sturen, heb je tot en met 23 maart 2021 de tijd om een aanvraag doen.
  • Als je een derden verklaring moet meesturen, heb tot en met 23 maart 2021 de tijd om een aanvraag doen.
  • Als je een accountantsverklaring moet meesturen, heb je tot en met 29 juni 2021 de tijd om een aanvraag doen.

Je moet voor je aanvraag aangifte loonheffing hebben gedaan. Heb je je aangifte loonheffing nog niet verstuurd naar de Belastingdienst? Doe dit dan voor je NOW 3 aanvraagt, want het UWV heeft deze gegevens nodig bij de beoordeling.

Let op: of je een accountantsverklaring of derden verklaring mee moet sturen met jouw aanvraag definitieve berekening NOW, hangt af van de hoogte van uw voorschot en definitieve tegemoetkoming. Ook is het van belang of je een aanvraag als onderdeel van een groep of concern heeft gedaan.

Een accountantsverklaring is verplicht:

  • Bij een voorschot van € 100.000 of meer;
  • Bij een definitieve tegemoetkoming van € 125.000 of meer (ongeacht de hoogte van het betaalde voorschot);
  • Voor de werkgever die onderdeel is van een groep of concern geldt: tel de bedragen van alle aanvragen (van de loonheffingennummers) binnen de groep of het concern bij elkaar op. Het totaalbedrag bepaalt of een accountants- of derden verklaring nodig is;
  • Bij een aanvraag NOW op werkmaatschappijniveau (omdat het concern of de groep onder de 20% omzetverlies komt). In deze situatie maakt het niet uit hoe hoog de tegemoetkoming of het voorschot is, er is altijd een accountantsverklaring nodig.

Een derden verklaring is verplicht:

  • Bij een voorschot tussen € 20.000 en € 100.000;
  • Bij een definitieve tegemoetkoming tussen € 25.000 en € 125.000 (ongeacht de hoogte van het voorschot).

Tip: Gebruik de rekenhulp Simulatie NOW

Met de rekenhulp Simulatie NOW kun je uitrekenen hoe hoog jouw definitieve tegemoetkoming ongeveer wordt. Zo kun je zien of je een accountantsverklaring of derden verklaring nodig hebt voor jouw aanvraag definitieve berekening NOW. Als je al een accountantsverklaring hebt, is een derden verklaring niet nodig.

Voor vragen en opmerkingen

Extra ondersteuning zelfstandig ondernemers (TOZO)

Looptijd:

1 oktober 2020 tot en met 30 juni 2021

Voor wie is de regeling?

Tozo 3 is er voor de zelfstandige die:

– een huishoudinkomen heeft onder het sociaal minimum, en/of

– wiens bedrijf liquiditeitsproblemen heeft als gevolg van de coronacrisis, en

– aan de voorwaarden voldoet.

Aanpassingen in het steunpakket (update: 22 januari 2021)

Voor de Tozo geldt dat ondernemers deze uitkering vanaf 1 februari 2021 kunnen aanvragen met terugwerkende kracht vanaf de voorafgaande maand: op 1 februari 2021 kan een ondernemer dus Tozo aanvragen vanaf 1 januari 2021. Op 1 maart 2021 kan de Tozo vanaf 1 februari worden aangevraagd.

Per 1 april gaat de verlengde Tozo in. In deze zogenoemde vierde verlenging zou sprake zijn van een vermogenstoets. Het kabinet ziet echter af van de invoering daarvan. Wel zal ook bij Tozo 4 een aanvraag met terugwerkende kracht gelden. Op 1 mei 2021 kan een ondernemer dus Tozo aanvragen vanaf 1 april. Het is niet mogelijk om vanuit Tozo 4 nog aanvragen te doen voor Tozo 3 (in de maanden januari tot en met maart 2021).

Wat houdt de regeling in?

  • TOZO voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt.

  • En/of in een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen

 Wat zijn de belangrijkste wijzingen t.o.v. TOZO 2.0

  • Verlenging Tozo 3 tot 1 april 2021
  • Kortere periode waarover aanvragen met terugwerkende kracht kunnen worden gedaan
  • Vanaf 1 januari 2021 helpen gemeenten de zelfstandig ondernemer ook met de heroriëntatie op de bedrijfsvoering
  • Tozo 4, met een beperkte vermogenstoets, loopt van 1 april 2021 tot 1 juli 2021. Meer informatie volgt begin 2021

Wat zijn de voorwaarden?

  • Op de website https://krijgiktozo.nl/ kun je zelf bekijken of je voldoet aan de voorwaarden voor de Tozo. Je beantwoordt een aantal vragen, en daarna lees je of je Tozo kunt aanvragen. Handig: aan het einde van de vragenlijst kun je je postcode invullen. Je gaat dan vanzelf naar de Tozo-website van je eigen gemeente.

Waar en wanneer kun je de regeling aanvragen?

  • Tozo 3 loopt vanaf 1 oktober 2020 tot 1 april 2021.
  • Je kunt terecht bij je woongemeente voor de aanvraag. Op de website van je gemeente vind je meer informatie.

Belangrijk om in het achterhoofd te houden

Uitstel beperkte vermogenstoets

Geen toets op beschikbaar geld bij Tozo-3. Bij de aanvraag voor de Tozo-3 uitkering zou per 1 oktober getoetst worden op beschikbaar geld (beperkte vermogenstoets). Dat gaat niet door, door de extra maatregelen tegen het coronavirus is deze voorwaarde niet passend, vindt het kabinet.

Terugbetalen lening bedrijfskapitaal

Let op: deze informatie gaat over Tozo 1 (maart-april-mei) en 2 (juni-juli-augustus-september).

De bijstand in de vorm van bedrijfskapitaal is een lening. Dit bedrag moet terugbetaald worden in maximaal 3 jaar tijd vanaf de datum van verstrekking. Tot 1 januari 2021 hoeft er niet te worden afgelost.

Daarna is uitstel mogelijk op basis van individuele omstandigheden, als de zelfstandige op 1 januari 2021 niet in staat is om aan de rente- of aflossingsverplichting te voldoen.

De terugbetalingsverplichting voor de Tozo-lening bedrijfskapitaal:

  • Tozo 1 en 2 start in principe op 1 januari 2021.
  • Voor de lening voor bedrijfskapitaal op grond van Tozo 3 geldt dat de terugbetalingsverplichting ook start op 1 januari 2021 als je vóór 1 januari 2021 een lening bedrijfskapitaal verstrekt krijgt.
  • Krijg je een lening voor bedrijfskapitaal op grond van Tozo 3 verstrekt na 1 januari 2021 dan start de terugbetalingsverplichting op de datum van verstrekking van de lening.
  • De rente van leningen die zijn verstrekt tijdens onder Tozo 1, 2 en 3 zijn gaan (of gaat) lopen op de datum waarop de lening is verstrekt.

Ben je op 1 januari 2021 niet in staat is om aan de rente- of aflossingsverplichting te voldoen? Voor de lening bedrijfskapitaal is uitstel van de terugbetalingsverplichting mogelijk op basis van individuele omstandigheden. Je kan hierover contact opnemen met jouw gemeente.

Kinderalimentatie tijdens Tozo 1 – oproep tot coulance

Let op: deze informatie gaat over Tozo 1 (maart-april-mei).

Tijdens Tozo 1 (maart-april-mei) is er vanuit het ministerie van Sociale Zaken niet altijd consistent – en begin mei enige dagen foutief – gecommuniceerd over het feit dat kinderalimentatie meetelt als netto-inkomen voor de Tozo inkomensondersteuning. Mogelijk hebben gemeenten daarom hierover ook ondernemers onjuist geïnformeerd en de hoogte van de inkomensondersteuning daardoor foutief heeft berekend. Dat leidt tot terugvorderingen.

Ben jij als zelfstandige niet in staat om aan de vordering (direct dan wel binnen afzienbare tijd) te voldoen, en zou jij daarmee in nog grotere financiële problemen komen (leidend tot mogelijke schuldenproblematiek)? Neem dan contact op met je gemeente, zij moeten coulance tonen.

Grensondernemers

Zelfstandig ondernemers die in Nederland wonen en een bedrijf hebben in een ander EU-land komen, kunnen als zij aan de voorwaarden voldoen, in aanmerking komen voor bijstand voor levensonderhoud op grond van de Tozo-regeling. Zij doen de aanvraag in hun woongemeente. Voor eventuele financiële ondersteuning van hun bedrijf zijn zij aangewezen op het land waar het bedrijf gevestigd is. Zij komen dus alleen in aanmerking voor de inkomensondersteuning en niet voor het bedrijfskrediet.

Zelfstandigen die in een ander EU-land wonen en in Nederland gevestigd zijn, kunnen in aanmerking komen voor een bedrijfskrediet, maar niet voor inkomensondersteuning. Voor inkomensondersteuning kunnen zij een beroep doen op de sociale bijstand in hun woonland. Voor deze zelfstandigen, die geen woonplaats hebben in Nederland, is bepaald dat zij hun aanvraag in de gemeente Maastricht kunnen doen. Neem hiervoor contact op met de gemeente Maastricht.

Voor vragen en opmerkingen

Uitstel van belasting

Bijzonder uitstel van betaling na 1 oktober 2020

Het kabinet verlengt het uitstel van betaling tot 1 juli 2021. Dit betekent dat ondernemers tot uiterlijk 1 juli 2021 uitstel van betaling, of een verlenging van een al verleend uitstel kunnen aanvragen. Dit doe je via de Belastingdienst. Als ondernemer hoef je dan geen loon-, omzet-, vennootschaps- en winstbelasting te betalen. Mits je geen bonussen en dividenden uitkeert. Daarnaast mogen er geen eigen aandelen worden verkocht.

Voor ondernemers die na 1 april 2021 voor de eerste keer een aanvraag doen betekent dit dat zij tot 1 juli 2021 hun nieuw opkomende betalingsverplichtingen, zoals de periodieke afdracht van omzetbelasting en loonheffingen, niet hoeven te voldoen.

Voor ondernemers die al eerder een aanvraag voor drie maanden hadden ingediend betekent dit dat zij alsnog om verlenging van het uitstel tot 1 juli 2021 kunnen vragen.

Voor ondernemers die eerder dit jaar al verlenging hadden gekregen, geldt het uitstel nu automatisch tot 1 juli 2021. Voor al deze ondernemers geldt dus dat nieuw opkomende verplichtingen pas vanaf 1 juli 2021 hoeven te worden hervat.

Betalingsregeling voor aflossen opgebouwde belastingschuld

Je krijgt 36 maanden de tijd om de belastingschuld terug te betalen en hoeft pas vanaf 1 oktober 2021 terug te betalen. Pas achteraf checkt de belastingdienst de rechtmatigheid van de aanvraag tot uitstel op basis van het feit of het bedrijf behoort tot de getroffen sectoren.

Geen boetes, lagere rente
Boetes op basis van het te laat betalen van belasting worden niet meer geheven. Ook is de invorderingsrente verlaagt van 4% naar 0,01% tot en met 31 december 2021. Aangezien het voor de belastingdienst technisch gezien niet mogelijk is om een verlaging naar 0,0% door te voeren zijn ze uitgekomen op 0,01%. De belastingrente wordt tot slot ook tijdelijk terug gebracht tot 0,01%.

Voorlopige aanslag aanpassen
Ondernemers betalen nu belasting op basis van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Ondernemers die een lagere winst verwachten door de coronacrisis kunnen een verzoek indienen voor een verlaging van de voorlopige aanslag. Deze verzoeken zullen door de belastingdienst worden ingewilligd. Daardoor mag er meteen minder belasting worden betaald.

Aangifte loonheffing: wel indienen, nog niet betalen
De belastingdienst heeft werkgevers gevraagd wel hun aangifte loonheffing te doen bij de dienst. Ook al dien je deze aangifte in, dan zal nu niet gevolg zijn dat je hierdoor belasting moet betalen. Het betalen van al deze belastingen is namelijk opgeschort voor bedrijven. Het UWV heeft echter deze gegevens van de belastingdienst nodig om de NOW-regeling in gang te zetten. Dit is de regeling die de werktijdverkorting vervangt, waardoor bedrijven vergoeding krijgen voor loonkosten.

Kijk voor meer informatie over de belastingmaatregelen voor ondernemers op de website van de Belastingdienst.

Toeristen- en gemeentebelastingen

Door: gemeenten
Voor: Alle ondernemers

Gemeenten kunnen ondernemers financieel tegemoetkomen, maar hoeven dit niet te doen. Het verschilt per gemeente welke maatregelen er worden genomen. Er zijn bijvoorbeeld gemeenten die uitstel van gemeentelijke belastingen bieden. Andere gemeenten innen tijdelijk geen toeristenbelasting.

Houd alle relevante informatiekanalen van jouw eigen gemeente in de gaten (of vraag dit na als er niets op de website staat).

Startersregeling

Het kabinet voert een regeling in voor starters die tussen 1 januari en 30 juni 2020 een bedrijf zijn begonnen. De precieze invulling wordt nog vastgesteld. De regeling, die zoveel mogelijk wordt gebaseerd op de TVL, geldt zowel voor het eerste als tweede kwartaal van 2021.

De referentieperiode voor deze bedrijven zal het derde kwartaal van 2020 zijn. Starters gestart tussen 1 januari en 15 maart 2020 komen ook voor de reguliere TVL in aanmerking in het eerste kwartaal van 2021.

In het tweede kwartaal van 2021 kunnen de starters die gestart zijn tussen 1 januari en 15 maart 2020 alleen van de aparte startersregeling gebruikmaken. Het kabinet hoopt het loket in mei te kunnen openen.

Starters kunnen ook gebruikmaken van corona-overbruggingskredieten tot maximaal 35.000 euro. Voor de corona-overbruggingskredieten COL en Qredits is in totaal 70 miljoen euro voor beschikbaar.

Garantieregelingen

Verruiming regeling Garantie Ondernemersfinanciering (GO-C)

Door: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Voor: (middel)grote ondernemingen

Looptijd:

  • GO-C heeft een looptijd tot 1 juli 2021

Voor wie is de regeling?

  • De GO-C regeling is voor ondernemers die krediet nodig hebben, maar vanwege de coronacrisis op dit moment niet eenvoudig een banklening of bankgarantie krijgen.

Wat houdt de regeling in?

  • Een onderneming kan met de GO-C regeling minimaal € 1,5 miljoen en maximaal € 150 miljoen lenen. Het garantiepercentage is, afhankelijk van de omvang van de onderneming, 80% of 90%. Het garantiebedrag is maximaal € 135 miljoen voor het mkb en maximaal € 120 miljoen voor grote bedrijven.

Wat zijn de voorwaarden?

Voor de GO-C gelden de volgende voorwaarden.

Algemene criteria voor ondernemingen

  • Nederlandse ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland;
  • In de kern gezond;
  • Bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven;
  • Alleen Fresh Money;
  • Geen bovenmatige kapitaalonttrekking in de laatste 12 maanden;
  • GO-C voor financiering van liquiditeitstekorten als gevolg van de coronacrisis.

Kenmerken financiering

GO-C financiering voldoet aan de volgende kenmerken:

  • Bankleningen met een maximale looptijd van 6 jaar; de bank is leidend bij het vastleggen van zekerheden.
  • Zowel leningen met een vaste rente als leningen met een variabele rente gebaseerd op Euribor-tarieven komen voor de GO-C regeling in aanmerking.
  • Per onderneming is de ondergrens € 1,5 miljoen voor bankleningen onder de GO-C regeling.
  • Per onderneming is het totaal aan bankleningen die onder de GO en GO-C leningen kan worden gegeven € 150 miljoen (garantie van de Staat maximaal € 135 miljoen) voor de GO en GO-C bij elkaar opgeteld.

Bij wie kan ik terecht?

  • Neem contact op met je bank of financier voor een aanvullende lening.
  • Goedkeuring van je aanvraag is versoepeld doordat de borgstelling vanuit de overheid is verruimd.
  • Door de verruiming is het ook mogelijk om een groter bedrag te lenen.
  • Kijk voor meer informatie op de website van de RVO.

Verruiming borgstelling midden- en kleinbedrijf (BMKB-C)

Door: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Voor: MKB

Looptijd:

  • De BMKB-C heeft een looptijd tot en met 31 december 2021
  • De looptijd van de kredieten is verlengd van 2 naar 4 jaar

Voor wie is de regeling?

  • De BMKB-regeling is specifiek bedoeld voor het midden- en kleinbedrijf
  • De volgende bedrijfsgroepen en financieringsdoelen zijn uitgesloten: grootbedrijf, natuurlijke personen, landbouw, visserij, publieke gezondheidzorg, bedrijven in de financiële sector en vastgoed. Deze sectoren hebben hun eigen ondersteunende instanties/regelingen

Wat houdt de regeling in?

  • Het is een borgstellingsregeling vanuit de overheid voor kredieten van banken aan bedrijven. Door de borgstelling kunnen bedrijven zonder onderpand toch geld lenen bij de bank. Als mogelijk antwoord op liquiditeitsproblemen veroorzaakt door de coronacrisis is de BMKB verruimd met een corona luik (BMKB-C)
  • Met deze maatregel is de omvang van het borgstellingskrediet in de BMKB verhoogd van 50% naar 75%. Daardoor kunnen banken gemakkelijker en sneller kredieten verruimen en hebben bedrijven de mogelijkheid om eerder en meer geld te lenen, aldus de overheid. De regeling is toepasbaar op overbruggingsfinanciering. Door het verruimen van de borgstelling moet het voor ondernemers makkelijker zijn om een lening te krijgen bij een bank of non-bancaire financier
  • Looptijd uitgebreid. De looptijd van de BMKB-C was oorspronkelijk 2 jaar. Deze is nu uitgebreid naar 4 jaar
  • Provisie verlaagd. De provisie voor BMKB-C was 3,9%. Deze is verlaagd naar: 2% bij een looptijd tot en met 8 kwartalen en 3% bij een looptijd van 9 tot en met 16 kwartalen
  • Garantiebudget verhoogd. Daarnaast is het garantiebudget van de BMKB verhoogd van € 765 miljoen naar € 1,5 miljard. Ook kunnen non-bancaire financiers zich accrediteren om hun bestaande klanten te financieren onder de coronamodule van de BMKB

Wat zijn de voorwaarden?

  • De BMKB is bestemd voor ondernemingen met maximaal 250 werknemers (fte)
  • Met een jaaromzet tot € 50 miljoen of een balanstotaal tot € 43 miljoen
  • Ook een VOF, eenmanszaak of maatschap komen in aanmerking

Bij wie kan ik terecht?

Als ondernemer kun je contact opnemen met je bank of alternatieve financier om een aanvullende lening aan te vragen. De bank of alternatieve financier vraagt de BMKB-C aan. Kijk voor meer informatie over verruiming van de BMKB-regeling ook op de website van de RVO.

Klein Krediet Corona garantieregeling (KKC)

Door: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Uitvoering: Kredietverstrekkers
Voor: micro-, midden- en kleinbedrijf

Looptijd:

De KKC heeft een looptijd tot 1 juli 2021.

Voor wie is de regeling?

De KKC is een regeling voor kleinere bedrijven die als gevolg van de coronacrisis behoefte hebben aan een overbruggingskrediet van 10 tot 50 duizend euro.

Wat houdt de regeling in?

  • Het is de bedoeling dat je door deze regeling gemakkelijker een lening kunt aangaan bij je kredietverstrekker, zoals je bank
  • De overheid zal garant staan voor 95% van de lening, de bank staat garant voor de overige 5%

Wat zijn de voorwaarden?

  • De lening staat open voor ondernemers met een omzet vanaf € 50.000 die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die zijn ingeschreven in de KvK voor 1 januari 2019
  • Onder de KKC-regeling kunnen ondernemers een lening aanvragen van minimaal € 10.000 tot maximaal € 50.000
  • De looptijd is maximaal 5 jaar, en de rente bedraagt maximaal 4%. Daarnaast betalen ondernemers aan de staat een eenmalige premie van 2% als vergoeding

Bij wie kan ik terecht?

  • Neem contact op met je bank of financier voor de aanvullende lening
  • In ieder geval de Rabobank, ABN AMRO, ING, de Volksbank en Triodos hebben toegezegd leningen via de regeling aan te bieden
  • Andere financiers die geaccrediteerd zijn voor de BMKB-C-financiers met een accreditatie, mogen de regeling ook aanbieden

 

Rentekorting kleine ondernemers op microkredieten Qredits

Door: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Voor: Ondernemers met een overbruggingskrediet bij Qredits

Let op: deze regeling geldt voor ondernemers die al een overbruggingskrediet bij Qredits hebben.

Qredits helpt ondernemers met kredieten en coaches. Ga naar de site van Qredits Microfinanciering Nederland voor meer informatie over deze non-bancaire financier die kredieten verschaft aan ondernemers tot 250.000 euro. Ook leveren zij een grote service aan ondernemers in de vorm van coaching om een onderneming te laten floreren.

Looptijd:

Niet van toepassing

Voor wie is de regeling?

De extra financiële ondersteuning van Qredits geldt alleen voor ondernemingen die al een krediet bij Qredits hebben (en geraakt zijn door de coronacrisis).

Wat houdt de regeling in?

  • Het kabinet heeft besloten Qredits financiële ondersteuning te geven zodat zij ondernemers beter kan ondersteunen tijdens de coronacrisis
  • Ruim 6.000 ondernemers die al krediet hebben via Qredits kunnen daardoor uitstel van aflossing aanvragen en rentekorting krijgen
  • Qredits blijft ondernemers een Overbruggingskrediet verstrekken. Nieuwe aanvragen worden in behandeling genomen en vallen dus onder deze versoepelde regeling

Wat zijn de voorwaarden?

De voorwaarden voor een krediet van Qredits blijven verder ongewijzigd.

Bij wie kan ik terecht?

Je kunt terecht bij Qredits

COL-regeling voor startups en scale-ups

Door: Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) of Invest-NL
Voor: start-ups, scale-ups en innovatieve mkb’ers

Looptijd:

De COL-regeling loopt tot 1 juli 2021.

Voor wie is de regeling?

  • De Corona-Overbrugging Lening (COL-faciliteit) is bedoeld voor startups, scale-ups en innovatieve mkb’ers
  • Het gaat hierbij om bedrijven die overwegend met extern eigen vermogen gefinancierd zijn
  • Daarnaast staat de COL-faciliteit onder condities open voor mkb’ers die de afgelopen jaren hun groei hebben gefinancierd met intern eigen vermogen, zoals ingehouden winsten, en die geen bancaire financieringsrelatie hebben (met uitzondering van een beperkte bancaire rekening-courantverhouding)

Wat houdt de regeling in?

Het kabinet heeft de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen in stelling gebracht om kredieten te gaan aanbieden aan start- en scaleups en innovatieve mkb’ers. De ROM’s kunnen met deze COL regeling vanuit hun provincie overbruggingskrediet gaan verschaffen aan getroffen deze ondernemers die elders buiten de boot zijn gevallen, bijvoorbeeld omdat banken voorrang geven aan klanten die al een kredietrelatie bij hen hebben.

De COL bestaat uit 3 soorten leningen:

  • Overbruggingslening tussen € 50.000 en € 250.000. Je betaalt 3% rente
  • Overbruggingslening tussen € 250.000 en € 500.000. Je betaalt 3% rente. 25% van dit bedrag moet worden opgebracht door bijvoorbeeld bestaande aandeelhouders
  • Overbruggingslening tussen €500.000 en € 2 miljoen. Je betaalt 3% rente plus een premie van 2% per jaar. 25% van het bedrag worden opgebracht door bijvoorbeeld bestaande aandeelhouders
  • Via het Tijdelijk Overbruggingskrediet Programma innovatieve Start- en Scale-ups (TOPSS) biedt Invest-NL financiering voor grotere tickets vanaf € 2 miljoen samen met professionele investeerders en/of regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Kijk hier voor meer informatie!

Wat zijn de voorwaarden?

Om aanspraak te maken op de COL gelden onder meer de volgende voorwaarden:

  • Je bent een startup, scale-up of innovatieve mkb’er
  • Je gebruikt de COL voor betalingsverplichtingen en/of investeringen
  • Je laat met een liquiditeitsoverzicht van 12 maanden zien dat je betalingsproblemen hebt door de coronacrisis
  • Je legt uit waarvoor je de financiering de komende 9 maanden nodig hebt
  • Om zeker te zijn dat je de lening terug kunt betalen, controleert de ROM jouw lopende bankleningen
  • Je hebt de jaarrekeningen 2018 en 2019 en het budget voor 2020 (voor zover beschikbaar)
  • Je onderbouwt de dalende omzet als gevolg van corona
  • De ROM controleert of jouw bedrijf al niet onder de bedrijven in moeilijkheden valt
  • Je moet aangeven welke kostenbesparende maatregelen je hebt genomen en van welke andere overheidsmaatregelen je gebruikt maakt
  • Er mag geen sprake zijn van stapeling van staatssteun, dat kan bijvoorbeeld zo zijn als je de COL aanvraagt en ook gebruik maakt van de BMKB-C of GO Corona-regeling via je bank
  • Je moet de lening binnen 3 jaar aflossen
  • De financiering is eenmalig, tenzij de overheid besluit de regeling te verlengen omdat de crisis langer duurt dat verwacht

Meer informatie over de voorwaarden vind je op de website van ROM Nederland.

Bij wie kan ik terecht?

  • Je aanvraag wordt in behandeling genomen door de Regionale Ontwikkelings- maatschappij
  • Of uitvoeringsorganisatie van jouw regio
  • Of door Invest-NL
  • Kijk hier voor meer informatie naar

Coronamaatregelen belastingdienst

Vrije ruimte werkkostenregeling

Werkgevers: verruiming vrije ruimte werkkostenregeling

De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt ook in 2021 verruimd.

 

Je mag onder de werkkostenregeling een gedeelte van je fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen voor jouw werknemers. Dat is de vrije ruimte.

De vrije ruimte over het fiscale loon tot en met € 400.000 wordt in 2020 verhoogd van 1,7% naar 3%. Dat biedt jou, als je daarvoor de financiële ruimte hebt, de mogelijkheid om je werknemers in deze moeilijke tijd extra tegemoet te komen, bijvoorbeeld met een relatiegeschenk of voor het organiseren van een bedrijfsuitje.

DGA's: verlaging gebruikelijk loon

Let op: deze verruiming geldt tot 31 december 2021

Ieder jaar moet een DGA minimaal 46.000 euro uitkeren aan zichzelf, dit heet het gebruikelijk loon. Door de coronacrisis willen veel DGA’s een deel van dit geld liever in de BV of NV houden, zodat het bedrijf over meer liquiditeit kan beschikken.

Bij omzetverlies door de coronacrisis wordt daarom mogelijk gemaakt dat ondernemers tijdelijk van een lager loon uit mogen gaan, in verhouding tot de omzetdaling van het bedrijf.

Heb je als gevolg van de coronacrisis te maken met een omzetdaling? Dan mag je, zonder de Belastingdienst daarvoor om toestemming te vragen, het gebruikelijk loon in 2020 en/of 2021 lager vaststellen.

Ten opzichte van de maatregel voor 2020 zal de maatregel voor 2021 op de volgende twee punten worden aangepast:

  • In de regeling voor 2021 zal de omzet over heel het jaar 2021 worden vergeleken met de omzet over heel het jaar 2019. Hiermee beweegt de maatregel mee met de omzetontwikkeling van ondernemers gedurende heel 2021 waardoor de maatregel doelmatig is.
  • Er wordt een toegangsdrempel ingevoerd voor een minimum omvang van omzetverlies zoals gebruikelijk bij andere coronasteunmaatregelen, zoals de TVL. De regeling voor 2021 staat open voor vennootschappen die in 2021 ten opzichte van 2019 ten minste 30% omzetverlies hebben geleden.

Je moet dan wel aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • De rekening-courantschuld of het dividend mag niet toenemen als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.
  • Als de aanmerkelijkbelanghouder in werkelijkheid een hoger loon heeft gehad dan volgt uit onderstaande berekening, dan geldt dat hogere loon.
  • Als de omzet in 2019 of 2020 is beïnvloed door bijzondere zaken, zoals een oprichting, staking, fusie, splitsing of bijzondere resultaten, pas je onderstaande berekening toe zonder die beïnvloeding.

Herstelmaatregelen

Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) - wordt nu uitgewerkt

Door: Ministerie van Financiën, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Voor: Bedrijven

Op dit moment wordt gewerkt aan de invulling van de regeling. Het is daarom nog niet bekend hoe het precieze aanvraagproces gaat verlopen en welke voorwaarden er gelden. Hieronder lees je wat ONL tot nu toe weet over deze nieuwe regeling.

Looptijd:

  • De regeling geldt voor nieuwe investeringen die vanaf 1 oktober 2020 tot uiterlijk 31 december 2022 worden gedaan
  • De regeling is tijdelijk. Als de economische crisis voorbij is, is de maatregel volgens het kabinet in deze vorm niet langer nodig. Het kabinet gaat er van uit dat de regeling niet langer nodig is voor investeringen die na 31 december 2022 worden gedaan. De regeling is dan ook tot die duur beperkt. Daarna zal het budget gebruikt worden voor een regeling met een soortgelijk doelbereik (het verlagen van werkgeverskosten)

Voor wie is de regeling?

  • De BIK is er voor ondernemers die willen investeren in bedrijfsmiddelen zoals een nieuwe machine, waarvan de investeringsverplichting is aangegaan op of na 1 oktober 2020
  • Omdat de BIK is gekoppeld aan de loonheffing kunnen zzp’ers vooralsnog geen aanspraak doen op deze regeling

Wat houdt de regeling in?

  • De doelstelling van de BIK is het stimuleren en naar voren halen van investeringen van bedrijven, zodat deze in roerige coronatijden blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines. Bedrijven kunnen deze investeringskorting verrekenen met de af te dragen loonheffing

Hoe werkt de regeling?

  • Voor alle aanvragen (maximaal 4 per jaar) geldt een ondergrens van € 1.500 per bedrijfsmiddel en € 20.000 per aanvraag
  • De BIK geldt voor nieuwe investeringen in niet eerder gebruikte bedrijfsmiddelen
  • De investeringen moeten met een laatste betaling in 2021 of 2022 volledig zijn betaald en binnen zes maanden na volledige betaling in gebruik zijn genomen
  • De BIK vormt een tijdelijke aanvulling op reeds bestaande meer specifieke stimuleringsmaatregelen zoals de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (VAMIL). Het zal voor ondernemers mogelijk zijn om verschillende investeringsregelingen tegelijkertijd te benutten, indien ze van toepassing zijn op een investering
  • Omdat de BIK is gekoppeld aan de loonheffing kunnen bedrijven de korting alleen innen als zij voldoende werknemers (loonsom) in dienst hebben om de investeringskorting via de loonheffing te verzilveren.
  • Er is een staffel ingebouwd zodat kleinere investeringen (3%) een grotere tegemoetkoming krijgen dan grotere investeringen (2,44%). Voor het totale investeringsbedrag tot en met € 5.000.000 per kalenderjaar per BIK-inhoudingsplichtige bedraagt de afdrachtvermindering 3% van het investeringsbedrag. Voor het deel van het investeringsbedrag boven de € 5.000.000 per kalenderjaar bedraagt de afdrachtvermindering 2,44% van het investeringsbedrag

 Waar en wanneer kun je de regeling aanvragen?

  • Aanvragen voor de BIK kunnen “wegens uitvoeringstechnische redenen” pas vanaf 1 september 2021 gedaan worden. Dan opent het aanvraagloket
  • Een aanvraag voor de BIK doet het bedrijf dan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een aanvraag kan gelijktijdig voor meerdere investeringen in bedrijfsmiddelen gedaan worden. Een bedrijf kan maximaal één keer per kwartaal een aanvraag doen. De RVO controleert de aanvraag en geeft bij goedkeuring een BIK-verklaring af. Op grond van de BIK-verklaring kan het bedrijf de BIK toepassen in de loonaangifte in het jaar waarin de BIK-verklaring is afgegeven

Nationaal groeifonds

Door: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van financiën
Voor: ondernemers met plannen voor een omvangrijk en baanbrekend project

Looptijd:

  • 2021-2026

Voor wie is de regeling?

  • Heb je plannen voor een baanbrekend en omvangrijke project? Dan biedt het Nationaal Groeifonds wellicht mogelijkheden voor investering. Het zal dan gaan over projecten die direct of indirect zorgen voor economische groei en welvaart. Denk aan projecten op het gebied van kennisontwikkeling, onderzoek en innovatie, en infrastructuur.

Wat houdt de regeling in?

  • Het kabinet trekt de komende 5 jaar € 20 miljard uit voor investeringen die bijdragen aan economische groei.
  • Het geld uit het Nationaal Groeifonds gaat naar kennisontwikkeling, infrastructuur en onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

Wat zijn de voorwaarden?

Een onafhankelijke commissie van deskundigen beoordeelt de voorstellen. Om voor beoordeling door de commissie in aanmerking te komen, moet een project:

  • Een uitgewerkt plan zijn met onderbouwing van onder andere de bijdrage aan de Nederlandse economie en samenleving, financiële kosten en baten en juridische uitvoerbaarheid;
  • Vallen in een van de terreinen kennisontwikkeling, onderzoek en ontwikkeling (Research& Development) en innovatie of infrastructuur;
  • Een projectomvang hebben van minimaal € 30 miljoen;
  • Een aanvulling zijn op private investeringen;
  • Aanvulling zijn op bestaande publieke investeringen en niet binnen bestaande regelingen van de overheid vallen;
  • Niet-structureel zijn.

De commissie beoordeelt projectvoorstellen op basis van een vooraf bepaald toetsingskader en kijkt daarbij naar:

  • Effect op groei van de Nederlandse economie (het bbp-effect);
  • Maatschappelijke voor- en nadelen (bijvoorbeeld voor het klimaat).

De eerste en tweede ronde van investeringen

  • De eerste ronde is gesloten. Er wordt gestart met investeringsvoorstellen waarvoor al goed uitgewerkte plannen liggen.
  • In het voorjaar van 2021 zal de volgende ronde van start gaan conform de structurele situatie.

Bij wie kan ik terecht?

De precieze vormgeving van dit proces zal dit najaar bekend worden gemaakt. Je kunt deze pagina in de gaten houden voor informatie

Sectorspecifieke maatregelen

Aanvullende maatregelen cultuursector

Door: Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Voor: bedrijven in de cultuursector

Kabinetsbrede generieke maatregelen

Bedrijven in de cultuursector kunnen net als andere organisaties aanspraak maken op de steunmaatrelen van de overheid. Denk hierbij aan de NOW-, TVL- en TOZO-regeling. Informatie over deze maatregelen vind je bovenaan deze ONL-pagina.

 Uitwerking aanvullend pakket van 300 miljoen

 Naast de kabinetsbrede generieke maatregelen stelt het kabinet aanvullend 300 miljoen beschikbaar voor de cultuursector. Het pakket bestaat uit vijf onderdelen.

Voor 70 instellingen in de BIS 2017-2020 en circa 198 instellingen en festivals. Meer info

Voor eigenaren van publiekstoegankelijke rijksmonumenten. Meer info

 

Voor regionale musea, (pop)podia en filmtheaters die ondersteuning ontvangen van gemeente en/of provincie. Meer info

 

Voor privaat gefinancierde ondernemingen die onvoldoende gebruik kunnen maken van reguliere steun. Meer info

Voor makers in alle sectoren. Meer info

Details over deze maatregelen lees je in dit overzicht van de Rijksoverheid.

Tip: De cultuursector heeft samen met de ministeries Onderwijs, Economische Zaken en Volksgezondheid een voucherregeling voor gekochte kaartjes gerealiseerd. De uitvoering van deze regeling is te vinden op bewaarjeticket.nl.

Borgstellingskrediet Landbouw verruimd in verband met corona (BL-C)

Door: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Voor: Land- en tuinbouwbedrijven en visserij- en aquacultuurbedrijven

Looptijd:

  • Je kunt het BL-C aanvragen tot en met 31 maart 2021.
  • De maximale looptijd van het BL-C-krediet is 4 jaar.

Voor wie is de regeling?

  • Landbouw-, tuinbouw-, visserij- en aquacultuurbedrijven.
  • De borgstelling geldt niet alleen voor de productie, maar ook voor de verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten.

Wat houdt de regeling in?

  • Het Borgstellingskrediet voor de Landbouw (BL) is sinds 18 maart 2020 uitgebreid met een extra module, een borgstelling voor een overbruggingskrediet (BL-C). Gezonde land- en tuinbouwbedrijven die getroffen zijn of worden door de uitbraak van het coronavirus kunnen hierdoor gefinancierd blijven.
  • De overheid staat borg voor een overbruggingskrediet van maximaal € 1,5 miljoen per bedrijf.

Hoe werkt de BL-C?

Met BL-C kun je een overbruggingskrediet financieren tot het maximale borgstellingskrediet per bedrijf van € 1,5 miljoen (€ 2,8 miljoen bij GL- of BL-plus lening). Heb je die maximale ruimte van het openstaande of actuele borgstellingskrediet bijna of helemaal benut? Je kunt boven op het actuele borgstellingskrediet nog tot een maximum van € 300.000 aan BL-C-krediet financieren.

  • De maximale looptijd van het BL-C-krediet is 8 kwartalen.
  • Je kunt het krediet lineair aflossen, dit mag ook ineens aan het einde van de looptijd.
  • Bij het BL-C betaal je minder provisie dan bij het BL.
  • Looptijd tot en met 2 jaar: voor een starter/overnemer is de provisie 0.5% en bij andere bedrijven 1.5%.
  • Looptijd langer dan 2 jaar: voor een starter/overnemer is de provisie 0.75% en bij andere bedrijven 2,25%.
  • Je persoonlijke borgstelling is 10% van het BL-C krediet.

Bij wie kan ik terecht?

Je vraagt de Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL-C) niet zelf aan, dit doet jouw bank of financier. Deze banken zijn aangesloten: ABN AMRO Bank, Deutsche Bank, ING Bank, Rabobank, Triodos Bank en NIBC.

Klik hier voor meer informatie!

Vaste Lasten Evenementenbranche (VLE)

Let op: de regeling wordt uitgevoerd door RVO. Zij bepalen op voorhand wie de VLE mag en kan aanvragen. Ondernemers die in juni – september 2020 TVL-subsidie kregen en aan de overige VLE-voorwaarden voldoen, ontvangen op 18 of 19 februari een servicebericht van RVO. Alleen zij kunnen de VLE Q4 2020 aanvragen vanaf 18 februari om 12:00 uur tot en met 18 maart 2021 (17:00 uur). Heb je geen servicebericht ontvangen, maar voldoe je wel aan onderstaande voorwaarden? Mail ons: corona@onl.nl.

Voor wie is de regeling?

  • De VLE is er voor ondernemers uit de evenementenbranche die eerder de TVL juni – september 2020 toegekend kregen maar niet voor TVL Q4 2020 en/of TVL Q1 2021 in aanmerking komen vanwege een te lage referentieomzet in deze kwartalen in het voorafgaande jaar.
  • Alleen als je van RVO een servicebericht per e-mail ontvangt, kan je de VLE aanvragen.

 Wat houdt de regeling in?

  • Met de Tegemoetkoming Vaste Lasten Evenementenbranche ondersteunt het kabinet ondernemers en toeleveranciers in de evenementenbranche in Q4 2020 en Q1 2021. Bedrijven in de evenementensector zijn vaak seizoensgebonden en kwamen wegens hun omzetpatroon daardoor niet of onvoldoende in aanmerking voor de reguliere tegemoetkoming vaste lasten.
  • Bedrijven in deze sector ontvangen 33,3% van hun TVL-subsidie in de zomer van 2020. De subsidie is minimaal 750 euro en maximaal 16.667 euro.

Wat zijn de voorwaarden?

  • Je hebt in juni tot en met september 2020 TVL aangevraagd en gekregen
  • Je kwam in het vierde kwartaal van 2020 (okt-nov-dec) niet in aanmerking voor de TVL.
  • Je verdiende in het 2e en 3e kwartaal van 2019 minimaal 50% van je omzet aan publieke evenementen. Je kan dit laten zien door een opgave van jouw evenementenomzet.
  • Je hebt in het 2e en 3e kwartaal van 2019 publieke evenementen georganiseerd, producten of diensten geleverd aan publieke evenementen of locaties voor publieke evenementen beschikbaar gesteld. Je kunt dit laten zien. Denk aan vergunningen, facturen, verklaringen van organisatie, locatiehuur, bewijs van levering, opbrengst van kaartverkoop en/of een verklaring van een boekhouder.
  • Besloten bedrijfsevenementen, productlanceringen, bruiloften of familiefeesten komen niet in aanmerking voor VLE Q4 2020 en/of Q1 2021.
  • Je stond op 14 september 2019 ingeschreven in het Handelsregister van KVK.
  • Je onderneming is niet failliet en heeft geen uitstel (surseance) van betaling aangevraagd.

Wat wordt verstaan onder een evenement?

Bij de VLE wordt een ‘evenement’ gezien als een georganiseerde, eenmalige en voor het publiek toegankelijke gebeurtenis, bijgewoond door een verzameling mensen. Dat betekent het volgende:

  • De evenementen zijn voor het publiek toegankelijk. Het evenement is gratis of er is toegang mogelijk door een kaartje te kopen. Er is reclame voor het evenement/congres of deelnemers hebben toegang op uitnodiging van de organisatie. Denk aan kermissen, sportevenementen, festivals, publiekelijk toegankelijke congressen en beurzen.
  • Besloten gebeurtenissen zoals bruiloften, privéfeesten en bedrijfsevenementen rekent RVO niet mee, omdat ze niet publiek toegankelijk zijn.
  • Het evenement is georganiseerd en eenmalig. Spontane gebeurtenissen vallen hierbuiten: er moet sprake zijn van voorafgaande organisatie.
  • Gebeurtenissen als onderdeel van een normale bedrijfsvoering hebben geen bijzonder, eenmalig karakter en tellen dus niet mee. Denk hierbij aan een tentoonstelling in een museum, een drinkgelegenheid met dansmogelijkheid of een sportclub bij sportwedstrijden.
  • Het evenement wordt (buiten de coronamaatregelen om) bijgewoond door een verzameling mensen, binnen een tijdvak en in een inrichting of op een terrein. Alleen bij evenementen met fysiek publiek kom je in aanmerking. Online evenementen vallen hierbuiten.

Waar en wanneer kun je de regeling aanvragen?

  • Ondernemers die in juni – september 2020 TVL-subsidie kregen en aan de overige VLE-voorwaarden voldoen, ontvangen op 18 of 19 februari een servicebericht van RVO. Alleen zij kunnen dan de VLE Q4 2020 aanvragen vanaf 18 februari om 12:00 uur tot en met 18 maart 2021 (17:00 uur).
  • Let op: De evenementenmodule voor Q1 2021 wordt in maart 2021 verwacht. Daarvoor kan je alleen de VLE aanvragen over het laatste kwartaal van 2020 (VLE q4 2020).

Internationaal ondernemen

Exportkredietverzekering (EKV)

Door: Ministerie van Buitenlandse Zaken

Uitvoering: Atradius Dutch State Business (ADSB)
Voor: Exporteurs

Looptijd:

Onbekend

Voor wie is de regeling?

Exporteurs die vanwege het coronavirus problemen ondervinden.

Wat houdt de regeling in?

  • Om internationale handelsstromen op gang te houden verruimt de overheid een aantal voorwaarden voor exportkredietverzekering.
  • Een exportkredietverzekering dekt (een deel van) de export van kapitaalgoederen en diensten.

Wat verandert er?

Om de internationale handel zoveel mogelijk op gang te houden, heeft het kabinet de volgende maatregelen genomen op de exportkredietverzekeringen:

  • Dekking van kortlopende exportkredieten: Voorheen werden alleen exportkredieten met een looptijd langer dan twee jaar gedekt. Nu worden exportkredieten met een looptijd korter dan 2 jaar ook gedekt.
  • Het in verzekering nemen van indirecte exporttransacties: Bedrijven die normaal sterk afhankelijk zijn van de export kunnen nu inkomsten generen door binnenlandse kapitaalgoederentransacties of aannemingswerken te verzekeren.
  • Verruiming landenbeleid en landenplafonds: Het is nu mogelijk om meer transacties aan te brengen in meer landen.
  • Het bieden van exportkredietgaranties op bestaande leningen: Hiermee kunnen banken voor bestaande exportleningen alsnog financiering aantrekken.
  • Verhoging van gedekt percentage op contragaranties en werkkapitaaldekkingen: Het verhogen van het dekkingspercentage zorgt voor beter financierbare transacties en meer liquiditeit voor exporteurs.
  • Tijdelijke afschaffing van de aanbetalingsvereiste van 5% bij contracten: Afnemers hoeven bij het in werking treden van een transactie geen directe aanbetaling van 5% te doen. Deze betaling kan op een later moment, maar uiterlijk bij levering, worden gedaan. Vereist blijft dat er minimaal 15% uit eigen middelen wordt betaald door een afnemer.
  • Fast Track goedkeuringsproces: Voor evident spoedeisende zaken als gevolg van de Corona crisis kunnen exporteurs gebruik maken van een Fast Track goedkeuringsproces. Door middel van dit proces kunnen bepaalde transacties snel worden goedgekeurd.

Bij wie kan ik terecht?

Kijk voor meer informatie op Atradius Dutch State Business (ADSB). Zij voeren de exportkredietverzekering uit in opdracht van de Nederlandse overheid.

Kickstartvoucher voor internationaal actieve (mkb-)ondernemers

Door: Ministerie van Buitenlandse Zaken

Uitvoering: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Voor: internationaal actieve mkb’ers

Looptijd:

Onbekend

Voor wie is de regeling?

  • Internationaal actieve mkb’ers; met
  • Buitenlandse activiteiten die geraakt zijn door de coronacrisis.

Wat houdt de regeling in?

  • Met een online Kickstartvoucher krijg je 80% korting op de inhuur van een zelfgekozen externe adviseur, tot een maximum van € 2.500 exclusief btw.
  • Samen met deze adviseur ga je aan de slag om de gevolgen van de coronacrisis voor jouw bedrijf in het buitenland te beperken Een erkend deskundige helpt u onder andere bij: het verbeteren van internationale productie, leveranciersketens en/of logistieke processen; het opstellen van een nieuw internationaal sales- en marketingplan; het onderzoeken van nieuwe internationale verdienmodellen, bijvoorbeeld digitalisering; of de organisatie rondom geldzaken en procesbeheer op afstand.

Wat zijn de voorwaarden?

RVO verstrekt 1 Kickstartvoucher per mkb-onderneming. Behoort jouw mkb-onderneming tot een groep, dan telt dit maximum voor de hele groep.

De externe deskundige die u inhuurt:

  • Beschikt over ten minste hbo denk- en werkniveau;
  • Werkt bij of voor een adviesonderneming met een internationaal netwerk;
  • Adviseert of begeleidt al 3 of meer jaren mkb-ondernemingen op het terrein van internationaal ondernemen; en
  • Heeft recente ervaring of kennis, gerelateerd aan het doel van de aanvraag.

 Je kunt de voucher niet inzetten voor:

  • Diensten die je standaard – of met een zekere regelmaat – nodig hebt;
  • Eigen tijd die je besteedt aan het adviestraject;
  • Reis- en verblijfskosten.

Na je aanvraag:

  • Ontvang je binnen 13 weken een beslissing op je aanvraag.
  • Is de beslissing positief, dan krijg je u een online voucher toegestuurd. Deze is 6 maanden geldig.
  • Je moet de voucher binnen die periode gebruikt hebben. Dit doe je door de voucher over te dragen aan de door u gekozen adviseur.
  • Als je erom vraagt, kunt u de geldigheid 1 keer verlengen met nog eens 6 maanden.
  • Je kunt uw voucher niet aan iemand anders geven.

Bij wie kan ik terecht? 

Je vraagt via https://mijn.rvo.nl/kickstartvoucher een kickstartvoucher aan