Position Papers

Position paper: Wendbaar en ondernemend MBO zorgt voor broodnodig talent

Wendbaar en ondernemend MBO zorgt voor broodnodig talent.
Position paper ONL voor Ondernemers, november 2017 (klik hier voor het volledige position paper).

Leerlingen, opleiders en het bedrijfsleven hebben behoefte aan een wendbaar en ondernemend MBO. Dit is nodig om ook in de toekomst aan de behoefte aan talent te voldoen. Technologisering, digitalisering en globalisering zorgen er voor dat de behoeftes op de arbeidsmarkt steeds sneller veranderen. Om aan de veranderende vraag te kunnen voldoen zullen ondernemers en onderwijsinstellingen beter samen moeten werken en samen optrekken. Dit vergt ook een proactieve houding van ondernemers. Om een slimme economie te realiseren moeten slimme samenwerkingen aangegaan worden.

Ondernemers en opleidingen zijn momenteel nog te vaak twee gescheiden werelden. Het bedrijfsleven heeft het idee dat scholen bij het opleiden te weinig rekening houden met de behoeften van de markt. Een wijdverspreide gedachte is dat curricula vooral samengesteld worden om leerlingen aan te trekken, in plaats van ze een vak te leren. Tegelijkertijd zien onderwijsinstellingen zich geconfronteerd met starre regelgeving en verplichtingen van de overheid en ondernemers die de deuren dichthouden.

ONL ziet dat ondernemers en onderwijsinstellingen écht samen moeten gaan werken om te zorgen dat er, zowel nu als in de toekomst, voldoende talent beschikbaar is. Vanuit die gedachte doet ONL de volgende concrete voorstellen:

  • Curricula worden anders samengesteld. Dit kan door voor alle scholen een (uniform) kader te stellen, maar ze de mogelijkheid geven om daarbinnen een eigen invulling te kiezen. Dit kader kan bestaan uit kennis en vaardigheden waarover MBO-leerlingen in ieder geval zouden moeten beschikken. Binnen dit kader staat het een school vrij om zelf te kiezen welke vakken, modules en technieken het de leerlingen aanbiedt en hoe dit vormgegeven wordt.
  • De relatie tussen het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen wordt bevorderd. Momenteel zijn dit vaak nog te veel gescheiden werelden. Het meedenken over curricula door het bedrijfsleven zorgt er voor dat de juiste vaardigheden aangeboden kunnen worden. Tegelijkertijd moeten ondernemers een meer proactieve houding aannemen en zich inspannen om samen te werken met opleidingsinstellingen. Niet alleen levert dit stages en praktijkervaringen op, maar ook wordt beter inzichtelijk wat voor soort werknemers het bedrijfsleven nodig heeft.
  • Herintroductie van het ambachtscollege. Leerlingen gaan als gezel bij een meester in de leer en leren op deze wijze een beroep. Dit doen we niet alleen voor de traditionele ambachten zoals bakker, glaszetter, pianostemmer en lasser, maar ook voor nieuwe ambachten zoals java-developer en SQL-programmeur.
  • Binnen het curriculum komt meer aandacht voor ondernemende vaardigheden, zoals netwerken, samenwerken en zelf kennis vergaren. Dit zorgt voor wendbare en weerbare studenten en leidt tot meer zelfredzaamheid.
  • Het geven van gastcolleges door ondernemers wordt gestimuleerd, op die manier komen ondernemers letterlijk en figuurlijk binnen bij een school.
  • Een (MBO)opleiding is het startpunt van een leven lang leren. Houd hier rekening mee met het vormgeven en invullen van opleidingen en curricula.
  • Een leven lang leren wordt de norm. Ook afgestudeerden en mensen die al jarenlang werken moeten kunnen blijven leren en ontwikkelen. Het volgen van een losse module of cursus aan het MBO om bepaalde kennis of vaardigheid bij te houden, te ontwikkelen of te leren, moet mogelijk zijn.