Schaduwkabinet

• Als het vliegwiel op gang komt is het niet meer te stoppen

Telegraaf – maandag 21 oktober 2013

Hoe investeren wij ons de crisis uit? In ieder geval niet door méér van hetzelfde. De huidige crisis is namelijk meervoudig (ecologisch, financieel én sociaal) en is veroorzaakt door een achterhaald economisch model. We zijn meer en meer grondstoffen en fossiele energie gaan gebruiken en steeds meer afval en uitstoot gaan produceren. De gevolgen daarvan beginnen nu overal zichtbaar te worden: klimaatverandering, de eindigheid van fossiele energiebronnen, grondstoffenschaarste, milieuvervuiling en geopolitieke instabiliteit. Kortom, het roer moet om: de Nederlandse economie moet in snel tempo verduurzamen.

Bij duurzaamheid denken veel mensen direct aan windmolens en zonnepanelen, maar de verduurzaming die ik voor ogen heb reikt veel verder – tot in de kern van onze economie. Het betekent voor mij een revolutionair nieuwe wijze van economisch denken en doen. Het betekent productieprocessen waarbij geen afval meer vrijkomt, waarin grondstoffen steeds opnieuw worden hergebruikt en waarvoor hernieuwbare energiebronnen worden aangewend. Het betekent nieuwe manieren van zakendoen, waarbij consumenten producten in bruikleen hebben en retourneren, in plaats van ze te kopen en af te danken. Het betekent nieuwe samenwerkingsverbanden, over de grenzen van de huidige branches en sectoren heen – wat zal leiden tot nieuwe diensten en producten die we ons nu niet eens kunnen voorstellen. En zo kan ik nog wel even doorgaan… een veel completer beeld schets ik in mijn recente boek ‘Zakendoen in de Nieuwe Economie’, dat al enkele weken hoog in de Managementboek top 100 staat.

Is een dergelijke omslag lastig te realiseren voor Nederland? Ja en nee. Ja, omdat we een relatief klein land zijn met een open economie. We zijn in sterke mate verbonden met – en afhankelijk van – de rest van de wereld. Meer dan 60% van de omzet van de Nederlandse maakindustrie komt uit het buitenland. We zullen dus concurrerend moeten blijven met onze prijzen, óók als de concurrenten schaliegas inzetten of goedkope steenkool verbranden. Dat vraagt het uiterste van onze inventiviteit en van ons innovatief vermogen. Maar tegelijkertijd is het antwoord nee, omdat we juist over enorm veel inventiviteit en innovatief vermogen beschikken. Nederlandse technologie voor hightech, gezondheidszorg, mobiliteit, milieu, water, energie en infrastructuur gaat de hele wereld over. En wat ons op de wereldmarkt onderscheidt is ons vermogen om technologieën te integreren tot totaaloplossingen. Daar ligt volgens mij dan ook de grote kans voor Nederland: het integreren van nieuwe en bestaande ‘enabling technologies’, om zo actuele vraagstukken op gebied van energie, voedsel, water, transport enzovoorts effectief aan te pakken.

De hamvraag is natuurlijk: wat is daarvoor nodig? Een paar zaken hebben we alvast mee. We zijn klein en dichtbevolkt bijvoorbeeld. Dat betekent dat er meerdere economische sectoren geografisch dicht bij elkaar actief zijn, wat kruisbestuiving en dus innovatie bevordert. We zijn hoog opgeleid en beschikken over koplopende kennisinstellingen op het gebied van biotechnologie, nanotechnologie, duurzame energieoplossingen, duurzame landbouw en watermanagement. We beschikken over een uitstekende logistieke en data-infrastructuur. We kennen een divers ondernemersklimaat met zowel (vaak sterk innovatieve) MKB-ondernemingen als internationaal opererende ondernemingen. Die mix wordt nog verrijkt met enkele grote multinationals met een lange traditie van (technologische) innovatie, zoals Philips, ASML en Unilever. En last but not least: Nederland heeft een lange traditie van coöperatief ondernemen en ‘alternatieve’ samenwerkingsverbanden. Zowel tussen burgers onderling (bijvoorbeeld in de lokale opwekking van energie) als tussen private marktpartijen en overheden (bijvoorbeeld PPS). Traditionele maatschappelijke ‘eilanden’ kunnen in onze open maatschappij relatief gemakkelijk overbrugd worden.

Als al deze condities aanwezig zijn, waarom lukt het ons dat toch niet om de bocht te maken en vol gas door te stomen naar de Nieuwe Economie? Wat moet er gebeuren om de verduurzaming van de Nederlandse economie te versnellen? Antwoord is helaas: nog een hele boel. Niet voor niets zijn meer dan 165 ondernemingen, verenigd in De Groene Zaak, hier dag in, dag uit mee bezig. Bekende partners als Heijmans, Eneco en Alliander, maar ook minder bekende als Floow2, dutch en Priva ondernemen vandaag al in de economie van morgen. Ze knokken voor een beter investeringsklimaat voor bedrijven die duurzaam willen ondernemen – omdat ze inzien dat dat de enige manier van ondernemen is die toekomst heeft.

Stabiliteit van beleid is daarbij het allerbelangrijkste. De afgelopen jaren zijn we in een neerwaartse spiraal geraakt waarin steeds veranderende regelgeving het duurzame investeringsklimaat nodeloos heeft uitgehold. De belangrijkste belemmeringen voor duurzame investeringen kunnen overwonnen worden als onze beleidsmakers zorgen voor een grotere samenhang in beleid en prioriteit geven aan een strategische koers voor de lange termijn, in plaats van aan ad hoc interventies. Dat is, met alle haken en ogen die eraan zitten, de grote winst van het onlangs gesloten SER Energieakkoord: het biedt stabiliteit en voorspelbaarheid – en die zijn nodig om de grote investeringen te doen die we moeten doen. Pas als er een stabiel investeringsklimaat is, komt het vliegwiel op gang. En dan is het ook niet meer te stoppen!

Link naar Telegraaf