Schaduwkabinet

• Weg met de mooie praatjes in het mbo

“Dit perron was er niet zonder mbo’ers”. Dat was één van de leuzen die ik laatst op een groot billboard op het treinstation in Utrecht las. Het bleek onderdeel van de miljoenencampagne ‘Dit is mbo’. Marketingtaal om duidelijk te maken dat het middelbaar beroepsonderwijs onmisbaar is voor Nederland. Op het eerste oog een nobele boodschap, maar ook symbolisch voor de problemen in het mbo. Namelijk: te veel mooie praatjes en te veel geld onzinnig besteden.

Ik geloof niet dat je het mbo kan verbeteren met marketingcampagnes. Eigenlijk gaat het daaraan eerder ten onder. Met prachtige plaatjes van de nieuwste klaslokalen en mooie praatjes over de beste baankansen worden jongeren welkom geheten op het gala van de goede bedoelingen. Van gastlessen door belangenorganisaties tot complete socialisatiecursussen. Het mbo wordt steeds meer een vergaarbak van alles ‘wat het onderwijs moet doen’. Intussen wordt de opdracht voor scholen steeds vager. Zijn zij een voorportaal voor het hbo, brengen ze jongeren basisvaardigheden en algemene kennis bij, of moeten zij juist opleiden voor een specifieke baan op de arbeidsmarkt?

Het aantal verschillende opleidingen gaat inmiddels richting de 1000. Van de populaire opleiding Onderwijs-assistent tot specifieke opleidingen als ‘Verkoper fiets’. Het aantal jongeren dat hier opgeleid wordt voor werkloosheid stijgt snel. Het perspectief op een baan komt nu te vaak op de tweede plaats. De 580.000 jongeren verdienen een beter mbo met een duidelijke focus op kans maken op de arbeidsmarkt. Minder woorden, meer daden.

Reorganiseer het mbo
Kortom, het mbo verbeter je door nu te durven reorganiseren. Te beginnen bij het veranderen van de ontzettend ingewikkelde structuur. Het probleem van het onoverzichtelijke aantal opleidingen wordt daarmee als het goed is vanzelf opgelost. Met als doel om binnen het mbo een kleiner aantal, maar meer kansrijke keuzes te hebben. Een aantal oplossingen draag ik hieronder aan.

Eerst de structuur. Het doel van het mbo wordt weer om zo dicht mogelijk op te leiden bij waar je als jongere wilt terechtkomen op de arbeidsmarkt. Het mbo kent nu vier verschillende niveaus (1 t/m 4) en twee soort onderwijs, BOL (vooral naar school) en BBL (vooral werken). Laten we beginnen met het afschaffen van niveau 1 en 2 en dit per definitie bij het bedrijfsleven onderbrengen. Bedrijven krijgen zo de kans om jongeren weer volledig zelf op te leiden en te anticiperen op de krappe arbeidsmarkt van straks.

Een goed voorbeeld hiervan is het Zwitserse model, waar de Swatch-fabriek jongeren al vanaf jonge leeftijd een opleiding aanbieden. De volgende stap is het samenvoegen van niveau 3 en 4 tot een brede oriëntatieopleiding van twee jaar met een beperkt aantal profielen. Ongeveer de helft van deze oriëntatieopleiding bestaat uit stages. Tussendoor kunnen jongeren switchen naar een bedrijfsopleiding of na twee jaar doorstromen naar het hbo. Een steeds groter deel wil naar het hbo, nu houd je die vaak 3 tot 4 jaar ‘gevangen’ op het mbo. Zonde voor hen en zonde voor het mbo. Het mbo is werkend leren.

Tot slot het aantal opleidingen. Door de nieuwe structuur is het aantal en aanbod van opleidingen voortaan afhankelijk van de vraag vanuit het bedrijfsleven. Niet meer de school, maar het bedrijfsleven is in charge. Niet alleen scheelt dit veel overheadkosten en overheidsgeld, maar waar de school nog een duidelijke rol heeft zal dit ook leiden tot kleinschaliger onderwijs.

Beter onderwijs
Met het bovenstaande wil ik u uitdagen om na te denken over een beter en moderner systeem voor het middelbaar beroepsonderwijs. Wat ik hier boven zeg is nogal wat, hopelijk zet het u aan het denken. Er zitten uiteraard veel haken en ogen aan mijn idee. Maar het is goed om te reflecteren op het middelbaar beroepsonderwijs zoals we dat in de afgelopen decennia hebben gecreëerd. Zeker nu de vergrijzing toeneemt en de rol van jongeren in het betalen van de kosten hiervoor groter wordt. Ik wil dat Nederland jongeren het best mogelijke onderwijs biedt.

Binnen het mbo is nog heel veel mogelijk. Betere vakkrachten opleiden voor het bedrijfsleven en het beter benutten van talent bij jongeren. Met minder mooie praatjes en plaatjes, maar met meer en betere kansen op de arbeidsmarkt. DOEN!

Link naar de Telegraaf