Schaduwkabinet

• Zoek de grens op

Column van Aad Ouborg – Schaduwminister van Buitenland & Export
Ook verschenen op de Telegraaf MijnBedrijf
woensdag 11 juni 2014

Zoek de grens op

Ik moet eerlijk bekennen dat ik geen fan ben van het lezen van beleidsnotities. Meestal is het maar taaie kost. Ik ben veel liever bezig met het ontwikkelen van nieuwe producten, het uitdenken van creatieve marketingacties of het verder vergroten van mijn zakelijke netwerk. Maar het recente rapport ‘Versterking van de positie van Nederland in mondiale waardeketens’ van het ministerie van Buitenlandse Zaken trok mijn aandacht. De titel is weliswaar wat droog, maar de inhoud is interessant. Zo valt te lezen dat de export goed is voor 32% van de werkgelegenheid in Nederland. Now we are talking! Dus willen we meer banen in Nederland? Zorg voor meer export! Omdat het mkb nu al de banenmotor van Nederland is, ligt het voor de hand om vooral meer mkb’ers te stimuleren de grens over te gaan. Als schaduwkabinet hebben we ons tot doel gesteld dat in 2020 25% van de mkb’ers exporteert. Nu is dat slechts 11%.

Sommige mkb’ers zijn wat huiverig voor een buitenlands avontuur. Ten onrechte volgens mij. De sterren staan gunstig voor een stap over de grens. Om te beginnen door de les uit de notitie van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De afgelopen jaren zijn productieprocessen steeds meer opgeknipt in verschillende deelprocessen. Een product kan zijn ontworpen in Nederland, gemaakt in China met onderdelen van 25 verschillende producenten uit 13 verschillende landen, verpakt in Roemenië en uiteindelijk via de Rotterdamse haven worden verscheept naar de klant. Ik noem maar wat. Kern is dat veel partijen een steentje bijdragen aan de mondiale waardeketen. En dat biedt kansen voor het mkb! Het is voor het mkb gemakkelijker geworden om te profiteren van de wereldhandel omdat het ontplooien van één of enkele activiteiten volstaat. Meer dan ooit ben je als kleine speler tot grote dingen in staat.

Export kan ook vanuit verstandig ondernemerschap een logische keus zijn. Het beperkte Nederlandse afzetgebied kan je groei als ondernemer belemmeren. Onze bevolking vergrijst, veel afzetmarkten zijn verzadigd en de meeste consumenten houden de hand nog op de knip vanwege de kwakkelende economie. Maar dat is niet overal zo. Volgens verschillende Nederlandse ondernemers die het kunnen weten, hebben de consumenten in Scandinavië bijvoorbeeld geen last van de crisis. En voor wie twijfelt over de ondernemerskansen in het noorden van Europa, luister naar de woorden van de directeur van ECOstyle, het bedrijf dat daar al bijna 20 jaar actief is: “Zakendoen in Scandinavië is een feestje!” Laten meer Nederlandse ondernemers hem snel gaan helpen met het ophangen van de slingers denk ik dan.

En dan nog een derde reden waarom mkb’ers met een gerust hart kunnen starten met zakendoen over de grens. De wereld is kleiner geworden. Toen ik dertig jaar geleden als ondernemer begon waren de communicatiemiddelen beperkt. Je had geen mobiele telefoon, mails en videoconferenties. Contact leggen is nu veel eenvoudiger. Digitaal, maar ook fysiek. Ik blijf namelijk een voorstander van het persoonlijke contact met klanten en leveranciers. Maar het reizen naar verre oorden gaat nu zoveel sneller, gemakkelijker en comfortabeler dan vroeger. Via Schiphol zijn al 323 internationale bestemmingen direct te bereiken. Kies je bestemming zou ik bijna zeggen.

Toch hoef je als mkb’er niet meteen te exporteren naar het andere eind van de wereld. Begin dichtbij huis. Daar waar je de cultuur en de gewoonten al een beetje kent. België, Duitsland of bijvoorbeeld Zweden waar de manier van zakendoen overeen komt met die van Nederland: open, sociaal en direct. Maar hoe dichtbij de bestemming ook is, mijn devies blijft wel dat wie als ondernemer succes wil boeken in het buitenland, zich zal moeten verdiepen in de plaatselijke cultuur. Respect tonen en je bewust worden van de wensen van de consument hoort bij modern ondernemen. En dan kom je als ondernemer soms voor verrassingen te staan. Je zou bijvoorbeeld denken dat een broodrooster in de meeste landen in Europa wel hetzelfde is. Niet dus. In Nederland wensen we onze sneetjes brood warm te maken. In Duitsland en Oostenrijk willen ze juist broodjes die je ook nog op de broodrooster moeten kunnen leggen om ze warm te houden. In Frankrijk eten ze natuurlijk stokbrood, dus heb je daar een broodrooster met een wide slot nodig. In Italië hebben we weer relatief korte broodjes, dus moet het pop-upsysteem hoger zijn, anders branden ze hun vingers. Dergelijke aanpassingen zijn ontzettend arbeidsintensief en dus duur. Je hebt daarom veel ervaring en een lange adem nodig om in die markten overeind te blijven. Maar de kick als het lukt is daardoor wel des te groter. En pionieren hoort bij ondernemen als ademen bij het leven. Mijn advies dus aan alle ondernemers die willen groeien: zoek de grens op! En wie meer wil weten over mijn ervaringen en creatieve concepten als internationaal ondernemer verwijs ik graag naar mijn nieuwe boek Anders ondernemen.